Word wie je bent II

Deel deze pagina

2. Wie of wat?

Ik herinner mij Christine Bruggeman die, ik denk rondom de uitgave van het boekje ‘kerk van de toekomst’, zei: ‘Werken aan de toekomst is werken aan je identiteit’. Dat sprak mij erg aan. 

Zoals de meeste van ons heb ik het niet op planmatig toekomstbeleid. Toekomst gaat immers over war er naar ons toe-komt. Daar willen wij voor openstaan. Onze identiteit trekt, dat wat er naar ons toe wil komen, aan. Dus ‘worden we’ en maken we werk van wie we willen zijn. Zo immers trekken we aan wat bij ons hoort, want soort zoekt soort. Tegenwoordig dwingen de materiële omstandigheden ons grondig te werken aan die identiteit. Dat wil zeggen: te worden wie we zijn. Onze leefregel* is daar een uitstekend instrument voor. Maar… wie zijn we dan?

Op televisie hoorde ik Yuval Harari** beweren dat wij onszelf helemaal niet goed kennen. Het idee dat er ergens in onszelf het ‘echte ik’ verscholen ligt klopt helemaal niet, zei hij. Integendeel, mensen zitten vol met tegenstrijdigheden in gedachten en strevingen. Daartussen of daarachter is er niets. Wat de mens onderscheidt van andere levende wezens is dat hij verhalen maakt over zichzelf en alles om hem heen en daarin gelooft. Dat noemt hij mythes. Het meest verspreide geloofssysteem, mythe dus, is volgens hem: geld. Daar hechten we met z’n allen zoveel waarde aan dat het sinds de eeuwen der eeuwen en inmiddels wereldwijd functioneert. Zelf is Harari niet godsgelovig. Hij heeft het dan ook niet over ‘de bovennatuurlijke liefde’ waar Simone Weil het wel over heeft (zie: ‘waag het Gods Verbond te maken‘).

Net als Harari spreekt Weil over het niet bestaan van een ‘ik’ en over de vele losse delen (ikken) in ons die tegengesteld zijn aan elkaar en elkaar nauwelijks verstaan. Harari straalt overigens wel liefde uit en spreekt met liefde over zijn echtgenoot en hond. Bovendien mediteert hij dagelijks en brengt maandenlang in eenzaamheid en stilte door om in de confrontatie met leegte, het niets dat ten grondslag ligt aan ons zijn, zijn denken en zichzelf uit te zuiveren.

Ik heb ook altijd wat moeite met onze regel ‘word wie je bent’. Ergens lijkt het alsof ik een bepaald íemand zou zijn en ga ik me afvragen wie dat dan wel is. Ik moet echter toegeven dat ik mijzelf soms tegenkom op een manier waarvan ik dan denk: ja, dit ben ik… dit is mijn diepe aard. Maar vraag je me wie dat ís dan kom ik toch op het ‘wat’: een bepaalde energie, sfeer, lichtinval of kern, iets wat ten diepste bij mij hoort en onbenoembaar blijft. In de grondtekst van onze eerste leefregel staat dat wij ‘beeld’ zijn; evenbeeld. ‘Beeld, gelijkend op ons’, zo drukte de Schepper zich uit. In dat ‘ons’ zijn wij zelf inbegrepen, samen met Hem. Dat is Genesis 1:26. Dat ‘ons’ sluit mooi aan op de uiterlijke wereld maar dus ook op onze innerlijke structuur van veelheid en verdeeldheid. Die structuur waar Simone Weil het over heeft: al die losse delen in onszelf buiten dat ene diepste deel van onze ziel dat het dichtst bij God staat. Dat is het deel van waaruit wij onszelf kunnen omvormen. In Genesis 3 echter zijn we echter slechts stof: ‘Stof van de aardbodem waar we uit gemaakt zijn en waartoe we zullen wederkeren’. In Genesis 2 wordt dat maakproces uit de doeken gedaan met als ingrediënten: aarde en adem. ‘Adem’ is Geest. Adam is dus beademde of begeesterde aarde. ‘Adam’ is, als woord, gerelateerd aan het woord ‘mens’. Gods Adem/Geest maakt mij tot Adam=mens. Maar adem is ook ‘lucht’: van dit woord stamt de naam ‘Abel’ af. Beide namen beginnen met de ‘Alef’, de Hebreeuwse letter die naar God verwijst.

Wíe zijn wij? Abel moet Adam worden. Wát zijn wij? Evenbeeld, stof, adem, lucht…?

In de zondaglezing van 9 januari hoorden we hoe omstanders met herhaling en nadruk aan Johannes de Doper vragen ‘wie bent u dan?’ (Joh.1; 19-34) Dat is precies de vraag die ons bezighoudt. Johannes geeft het antwoord niet! Niet zoals die omstanders het willen namelijk: zijn identiteit zoals welke functie hij heeft of status of bij welke groep hij hoort. Dat vind ik ijzersterk. In plaats daarvan zegt hij wat hij doet: ‘ik ben een stem die roept in de woestijn’ en ‘ik doop met water’. Vervolgens wijst hij naar de onbekende, te midden van ons: ‘één die na mij komt’. Hij doelt natuurlijk op Jezus maar ik zie dat hij ons twee wegwijzers geeft om de mens te worden die we zijn: onze daden en onze gerichtheid op de ander.

Ja, het gaat om daden die voortkomen uit ons roepen en ons geroepen zijn. En om de ander die na mij komt, die mij roept of als geroepen komt. Ons tekort (roepen) en ons talent (roeping) geven betekenis aan degene die na mij komt: de ander die ik dien en de ander die mij verlost. Zo worden wij van Abel tot Adam: waarachtig mens.

Werken aan onze identiteit. Het is me wat met al die losse delen in mezelf en al die losse delen in onze gemeenschap. Bij Marc van Tente*** lees ik over ‘identiteit’. Het gaat over een jongen die een wandaad gepleegd heeft en door de politie opgepakt wordt. Daar worden zijn naam, leeftijd en alle andere gegevens opgenomen en die worden aan de rechter doorgegeven. Dat is identificatie, zegt van Tente en dan: ‘Alleen door existentiële ervaring ontdekken wij wie de andere persoon is. Die ontdekking transfigureert ons wederzijds’. Met andere woorden: zonder liefde gaat het niet. Door haar liefde kent, bijvoorbeeld de moeder van deze jongen, diens andere en diepere dimensies. Ze kent zijn wanhoop en verlangen, zijn eigenheid en uniciteit, zijn identiteit.

Dit geeft ons, wat mij betreft, een lichtend uitgangspunt voor het werken aan onze identiteit. We kunnen dus wel iets zéggen over onze identiteit maar dan moeten we die wel eerst leven en zo (in Verbond) vormen. Het volgende citaat van Pannikar**** beschrijft dat werk in kort bestek:

‘Om de identiteit van een persoon te kennen, is liefde nodig. Is geloof nodig, is een persoonlijke ontdekking nodig. In deze ontmoeting van gelaat tot gelaat, van persoon tot persoon, van jij tot jij, van beminnende tot beminnende, wordt de andere gekend in zijn uniciteit en in zijn eigenheid; en hij die gekend wordt omvormt hij die kent, en wie kent, omvormt hij die gekend wordt.’

Dat is bepaald geen sinecure waar ieder van ons in zijn menswording voor staat. En ieder van ons doet dat telkens weer 80 keer? (met hoeveel leden zijn we nu?) Onszelf en elkaar leren kennen vanuit liefde, geloof en persoonlijke ontdekking. Zo vormen we onze gemeenschappelijke identiteit.

‘Lichtdrager zijn’. Dat is een woord dat we horen klinken in onze gemeenschap. We willen lichtdrager zijn. Mooi: ieder draagt zijn eigen licht om daarmee de ander in het licht zetten. Zoals Johannes het doet: zonden wegwassen met water en wijzen naar de ander die na ons komt. Dat is genoeg.

‘want er moet licht op je schijnen wil iemand je zien,maar je hoeft niet uit licht te bestaan om er te zijn’.*****

Vanuit ’t Verdiep, Mariek

*) In onze gemeenschap leven we met een ‘leefregel’. Deze bestaat in feite uit vijf regels die als wegwijzers op onze weg staan, zowel als gemeenschap als op persoonlijk niveau. Dit is een tweede tekst bij de 1e leefregel.

De vijf regels zijn:

  1. Word wie/wat je bent
  2. Broederschap, durf het aan
  3. Ga je weg
  4. Ontdek je verantwoordelijkheid
  5. Waag het (Gods) verbond te maken.

**) Schrijver van ‘Sapiens’ en ‘homo Deus’ in gesprek met Janine Abbring in programma ‘wintergasten’ 27-12-‘21
***) Marc van Tente ‘Vensters op het mysterie, een pelgrimstocht met Raimon Pannikar’. Uitg. averbode. Blz 78
****) Idem.
*****) Uit: Ik wou dat ik een vogel was. Ploegsma-Amsterdan. blz.11. Sara Oortgijs over ons zijn in Sterrenstof:

Wat je moet weten is dit: sterren zijn van stof.

En hun afstand tot de aarde meet je niet in kilometers maar in lichtjaren.
Want licht gaat veel sneller dan geluid.
En verder: de maan bestaat niet uit licht; dat is de zon die op haar kraters schijnt.

Want er moet licht op je schijnen wil iemand je zien,
Maar je hoeft niet uit licht te bestaan om er te zijn.

Maar wanneer je ogen verder zien dan je oren horen,
Lichtjaren ver kijken, sterren hier halen.
Wie zegt dan dat sterren geen ogen zijn en wij de sterren waar ze naar kijken?

Aanmelden

Wil je je aanmelden voor deze activiteit? Vul het formulier zo volledig mogelijk in. Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen.

Aanmelden

Wil je je aanmelden voor deze activiteit? Vul het formulier zo volledig mogelijk in. Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen.