Ter inleiding
We zijn op weg naar Pasen. Een feest van bevrijding, van nieuw leven, nieuwe levenskansen.
Wat zien we hiernaar uit: meer dan ooit zijn we ons door de coronacrisis bewust van onze kwetsbaarheid op de grens van leven en dood, in het spanningsveld van weten en niet weten. Meer dan ooit is het tijd om onszelf schoon te wassen. Handen wassen, zoveel vaker en zorgvuldiger dan we gewend zijn. Sieraden en horloges afleggen omwille van betere hygiëne: alles wat ons afleidt van de kern van het leven, alles wat ons in de weg staat om gezond te zijn naar lichaam en ziel. Dit alles wekt ons verlangen naar vrijheid, naar nieuwe levenskansen. Veertig dagen zijn we onderweg om ons daarop innerlijk voor te bereiden. Vandaag is het de gunstige tijd om ons te bezinnen op wat ons in de weg staat, waar we onszelf in de weg staan. We reiken enkele bouwstenen aan, die ieder thuis op eigen tijd en naar eigen inzicht kan volgen, nu we niet gezamenlijk een viering van schuld belijden en vergeving ontvangen kunnen houden.
Ter voorbereiding
Om te bidden
U hebt ons mensen geschapen naar uw beeld,
opdat wij groeien naar uw gelijkenis.
Toch verbergen wij ons voor uw Aanschijn.
Onze daden bouwen niet altijd op.
Zo doen wij afbreuk aan onze droom
van zusterschap en broederschap met elkaar.
Kom ons te hulp God,
opdat wij uw liefde weer gestalte kunnen geven,
zoals Jezus gedaan heeft, uw Zoon en onze Heer. Amen.
Om te lezen
Deuteronomium 30, 11-14 + 19
De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik. Ze zijn niet in de hemel, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie stijgt voor ons op naar de hemel om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Ook zijn ze niet aan de overkant van de zee, dus u hoeft niet te zeggen: “Wie steekt de zee voor ons over om ze daar te halen en ze ons bekend te maken, zodat wij ernaar kunnen handelen?” Nee, die geboden zijn heel dichtbij, u kunt ze in u opnemen en ze u eigen maken; u kunt ze volbrengen.
Ik roep vandaag hemel en aarde als getuigen op: u staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen.
Matteüs 5, 21-25A
Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent.
Om te overwegen
geen tijd en aandacht hebben,
volledig bezet raken door bezorgdheid en angst,
niet investeren in onze relaties,
de uitdaging tot verbond uit de weg gaan
weigeren de tekorten van jezelf en de ander te aanvaarden,
het vuur van heilige Geest laten doven,
een profetische stem negeren.
Het is toch zonde, als wij geen antwoord geven
op de vragen van onze tijd en onze wereld;
als wij de vreemdeling of de vluchteling buitensluiten;
als onze onmacht over de ellende dichtbij of ver weg
verwordt tot onverschilligheid.
Het is toch jammer,
als wij niet luisteren naar de ander
en niet openstaan voor de vragen van onze God:
“Waar ben je? Wie is je broer, je zuster?”
Het is toch zonde, als wij de oproep van Jezus
om zeven maal zeventig maal te vergeven negeren.
Het is toch jammer, dat wij het gesprek onder vier ogen
met onze naaste ontwijken
en de weg van vergeving en verzoening niet gaan.
Schuld belijden
Nu je bent voorbereid, is het moment gekomen om je persoonlijk in stilte bewust te worden van waar jij een ander, jezelf of God tekortdeed.
Deze persoonlijke schuldbelijdenis kun je afsluiten met een gezamenlijke schuldbelijdenis, in het besef dat we ook als gemeenschap elkaar tekortdoen:
Wij belijden voor U, algoede God,
en voor uw Zoon, Jezus Christus,
die één van ons geworden is,
dat wij onze naam als mens
eerlijk proberen te dragen.
De levensadem die wij elkaar kunnen geven
wordt soms door onze gedachten,
woorden of daden verstikt.
Dan wordt ons handelen besmet door eigenwaan
en zijn wij niet leeg genoeg
om uw zuiverende werking te ondergaan.
Hiervoor vragen wij U vergiffenis;
hiervoor vragen wij elkaar vergiffenis.
Wij bidden om kracht en inzicht
om te zoeken naar de juiste toon
in het leven met elkaar.
Vergeving
Danken
Breng dank aan God, want Hij is goed, zijn liefde duurt in eeuwigheid!
In deze dankbaarheid gaan we verder, op weg naar Pasen.
Heel persoonlijk én in onderlinge verbondenheid.
Ga met God en Hij zal met je zijn!