Ontdek je verantwoordelijkheid – Antwoord zijn

Deel deze pagina

Het vorige blog gaf wat meer informatie over onze leefregel.
Daaraan vooraf verschenen enkele blogs over de derde leefregel ‘Ga je weg’.  (1) (2) (3)
Deze bijdrage gaat het over de vierde regel: Ontdek je verantwoordelijkheid.

Antwoord zijn

Als Abram de stem van God hoort trekt hij uit Ur naar Kanaän. Als er hongersnood heerst trekt hij naar Egypte. Vanuit angstige vermoedens besluit hij zijn vrouw Saraï als zijn zus aan de farao te geven. Omwille van die leugen beveelt de farao hem uit Egypte te vertrekken. Terug in Kanaän heerst er een toenemende strijd tussen zijn herders en die van Lot. Op grond hiervan stelt Abram voor ieder zijns weegs te gaan en laat hij Lot de eerste keus om zijn richting te bepalen.

Nog altijd trekken mensen weg vanwege onvrijheid in geloof, honger of strijd. Wegtrekken als waarachtig leven niet mogelijk is behoord tot onze verantwoordelijkheid, ons antwoord op God. Wegtrekken uit angst en gedachten-spinsels maakt ons afhankelijk van vreemde heersers.

Wij kunnen ook wegtrekken om onze weg te gaan met een missie die het leven dient. Na zijn onderwijzingen zond Jezus zijn leerlingen weg om mensen tot leven te wekken, nieuw leven te geven. Jezus zelf was ook gezonden, door Zijn Vader naar wie hij terug zou keren.

Al blijven we ons leven lang op dezelfde plek, dan nog zijn we, net als Hij onderweg naar de Vader van wie we gekomen zijn. Want wij zijn antwoord-mensen, zoals Jan het uitdrukt in ons boekje over de leefregels. Alsmaar wordend, in broederschap en op weg naar de Ene, van wie we komen en naar wie we gaan.

Wij zijn antwoord op God. God verlangde ernaar gekend te worden, daarom schiep Hij de werelden, zo leerde ik in de traditie van Mevlana Rumi. En in Genesis lezen we hoe God, na vijf dagen scheppen besloot: Laten wij mensen maken, naar ons evenbeeld, die op ons lijken. Een tegenover, dat wilde Hij, een partner die antwoord gaf. Dat wilde Hij ook voor de mens. Nadat Hij hem geschapen had was dat Zijn eerste zorg: dat die mens een partner zou vinden, een tegenover die antwoord gaf. Hij wou voor ons wat Hij ten diepste voor zichzelf wil: partnerschap. Net als de mens vond hij die niet in al het geschapene.

Laten wij mens maken…’ Wij zijn al in dit Verbond opgenomen voordat God ons schept. Wij zijn al antwoord op Zijn vraag, al moeten wij zelf steeds weer ons antwoord-zijn ontdekken. Ieder van ons is het op zijn eigen wijze. Samen zijn we het antwoord dat Hij verlangt. Hoe ontdek je wat jouw deel is, dat antwoord dat jij bent? Die kernvraag wordt gesteld in ons boekje ‘Spiritualiteit in vijf leefregels’.

Hoe komt het dat we in de loop van ons leven steeds meer denken dat we het antwoord weten in plaats van dat we weten dat we antwoord zijn? Als kind zijn we antwoord. Jezus zegt niet voor niets ‘word zoals de kinderen zijn’. Toen ik in mijn geestelijke opleiding mijn ‘talent’ (roeping of antwoord) moest gaan benoemen was één van de tips die we voor ons zelfonderzoek meekregen: kijk ook naar wie je was toen je kind was: waar keek je naar, wat viel je op; wat deed je graag en als vanzelf; wat hoorde bij jou; wat zeiden de mensen over je? Hoe en waar is dat nog zo? Hoe maak je deze zin af: ik ben een geboren …?

Zo gaan we een stap verder op onze weg. We moeten niet alleen het antwoord zijn maar dat ook leren kénnen. Dat is iets heel anders dan wéten. ‘Kennen’ verondersteld een onderhouden relatie. Wie zichzelf kent, kent zijn Heer. Wij zijn immers geschapen naar beeld van God en op hem gelijkend. Als wij worden wie we zijn, ons antwoord-zijn kénnen en verder ontwikkelen doen we wat God wil: onszelf worden en Hem leren kennen door te worden wie wij ten diepste zijn.  Het is niet de bedoeling dat we kind blijven en alleen maar zijn. We moeten blijvend wórden en steeds opnieuw ons antwoord leren kénnen want God is oneindig. Zoals Petrus dat zegt: ‘Nu heb ik het kinderlijke achter me gelaten… maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.’ (1 kor. 13: 11-12)

Niet alleen kinderen maar heel de natuur kan niet anders dan puur zijn. Als we aandachtig aanwezig zijn, stilstaan en ernaar kijken, zien we de grootsheid van God en Zijn schepping. Zo zullen kinderen en de natuur ons steeds herinneren aan een Goddelijke wereld. Ze resoneren in ons op dat beeld-en-gelijkenis zijn; het antwoord dat we ten diepste zijn en dat we willen leven.

Want wij kunnen ver van onszelf en God vandaan zijn. Onze zorgen en beslommeringen voeren ons naar wereldse zaken en daar vergeten we die Goddelijke wereld en ons antwoord-zijn. Zo komt het dat we zonder pijn de natuur het veld laten ruimen voor onze eigen creaties. We gaan de natuur als winstgevend object zien voor onze eigen projecten. Terwijl we haar keihard nodig hebben om ons in te spiegelen en ons te herinneren aan wie we zijn.

Kijk naar de lelie in het veld en de vogel in de hemel*. Ze werken niet en hebben toch mooie kleren en genoeg voedsel. Het is absurd om te denken dat wij niet meer zouden hoeven werken en zelf mooi genoeg zijn om het zonder jurk of maatkostuum te kunnen doen. Waar het om gaat is dat we, door de lelie te zien in zijn pure zijn, herinnerd worden aan ons eigen pure-zijn. De lelie hééft geen kleding maar ís kleding. De vogel werkt niet maar ís vrij in zijn gebondenheid aan de wetten van de natuur. Wij hebben kleding nodig en zullen werken voor ons voedsel. Voor ons fysieke bestaan zijn wij, net als de lelie en de vogel, gebonden aan de natuur. Maar wij zijn óók geschapen als ‘beeld en gelijkenis van God’. Dat beeld-en-gelijkenis-zijn heeft geen betrekking op fysieke en wereldse zaken maar op de geestelijke wereld, die onzichtbaar is. Het heeft betrekking op dat Verbond met God, waarin wij geschapen zijn als Zijn partner. God is onzichtbaar: wij lijken op Hem in Zijn onzichtbaarheid, in de Geest/geest. Dáár is ons antwoord-zijn. Die mens verlangt God als Zijn tegenover. De natuur geeft op een zichtbare wijze grond aan een onzichtbare God, die een beroep doet op onze onzichtbare geest.

Een vrije geest, wonderschoon als de lelie, vrij als een vogel en dorstend naar eeuwig leven. In die onzichtbare wereld zijn wij antwoord op het diepste verlangen van God.

Als er geen natuur is die ons daar aldoor aan herinnert zullen we dat vergeten. We zullen lichamelijk geen lucht meer krijgen en geestelijk verkommeren. Door onszelf boven de natuur te stellen zullen we ons schepper van de wereld wanen en vergeten wie we zijn. We zullen doodgaan, doodgaan.

Daarom moeten we er alles aan doen om ons antwoord te leren kennen en te worden wie we ten diepste zijn. Welk talenten, welke roeping hebben wij bij onze geboorte meegekregen en hoe vinden we daarmee antwoord op dit moment en in deze situatie. In Zijn Geest. We moeten wakker blijven bij wat zich voordoet. We bevinden ons op een doorgaande weg.

Mariek

*) Leestip: Ik vond deze inspiratie in een lezenswaardige voordracht van Søren Kierkengaard: ’Er genoeg aan te hebben om mens te zijn’. Uit: Leren van de lelie en de vogel. Uitg. Buijten & Schipperheijn Motief Amsterdam.

Aanmelden

Wil je je aanmelden voor deze activiteit? Vul het formulier zo volledig mogelijk in. Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen.

Aanmelden

Wil je je aanmelden voor deze activiteit? Vul het formulier zo volledig mogelijk in. Mocht je vragen hebben, dan kun je contact opnemen.