Ga je weg II

De poort van de hemel

‘De langste reis is de reis naar binnen,’ zegt Dag Hammarskjöld in zijn boek ‘Merkstenen’. De weg naar binnen is een belangrijk aspect van onze leefregel ‘Ga je weg’. Een levenslange weg naar binnen maar dan wel in de context van deze wereld; een wereld van tijd en ruimte. Zo binnen, zo buiten. ‘Hoe leven wij in God?’ Waar kunnen we Hem hier en nu vinden?

In deze periode volgden een groep leden de colleges van Kick Bras aan het Titus Brandsma-instituut. Colleges over de natuurmystiek van Thomas Merton. Daar vonden wij een mooi antwoord op de gestelde vraag. Hij noemde het, in navolging van de geleerde Massignon, het ‘point vierge’, het maagdelijke punt.

Merton werd opgevoed door gelovige maar niet kerkelijke ouders die allebei al vroeg overleden. Hij werd door verschillende familieleden groot gebracht voor wie dat niet altijd gemakkelijk was. In New York ha hij een uitbundig uitgaansleven en was links-revolutionair georiënteerd, naar de geest van die tijd. Zijn bekering werd een feit toen hij God leerde zien als het ‘Zijn uit Zichzelf’ oftewel: het Zijn dat voorbijgaat aan alles wat zintuiglijk waarneembaar is, maar dat wél in alles en iedereen aanwezig is; zowel in de levende als in de dode materie. Door dit Zijn, deze Zijnsbron, is alles en iedereen met elkaar verbonden in het Zijn van God. Merton werd de meest beroemde monnik van de wereld.

Het maagdelijk punt is het punt waar ons ‘zijn’ raakt aan dat Goddelijke Zijn, die Zijnsbron: ‘Een punt van niets dat niet aangeraakt is door zonde of illusie, een punt van zuivere waarheid, een punt of vonk die geheel aan God toebehoort, die nooit tot onze beschikking staat, waar God ons bestaan bepaalt, ontoegankelijk voor fantasieën van onze eigen geest of agressie van onze eigen wil. Dit kleine punt van niets en van volkomen armoede is de zuivere heerlijkheid van God in ons…. Het is een pure gave. Maar de poort van de hemel is overal.’

In zijn kluis ervoer Merton elke nacht opnieuw dit ‘maagdelijk moment’ vlak voor de dageraad. Als hij in het holst van de nacht de metten had gebeden ging hij steevast naar buiten om te wachten op dit moment. Het moment waarin de stilte doorbroken zou worden door het getjirp van vogels onder een hemel die nog steeds zonder licht is. Merton noemt dat ‘een moment van ontzag en onuitsprekelijke onschuld waarin de Vader de vogels hun ogen opent’. Dan beginnen ze met Hem te spreken en vragen ze hem of het tijd is om te ‘zijn’ en antwoordt Hij ‘ja’. ‘Dan, een voor een, ontwaken ze en worden vogels. Ze manifesteren zich als vogels, beginnen te zingen. Nu zullen ze allemaal zichzelf zijn en zelfs gaan vliegen. Ja, het wonderbaarlijkste moment van de dag is dat wanneer de schepping in haar onschuld toestemming vraagt om er te ‘zijn’, weer te zijn zoals op de eerste morgen die er ooit was.’

Dit is het ‘point vierge’. Het maagdelijke moment waarin het leven opnieuw gewekt wordt, de nieuwe dag geboren wordt en we toestemming vinden om te mogen zijn wie we zijn. Het maagdelijke moment van de dageraad vinden we in de wereld buiten én binnen ons. Het zelf dat we ten diepste zijn in een moment dat steeds weer voorbijgaat en waar we steeds weer naartoe onderweg blijven. Die plaats waar ons zijn raakt aan het Goddelijke Zijn.

‘Het is een pure gave’, zegt Merton, ‘Maar de poort van de hemel is overal.’

Een toevoeging die me erg bevalt. Iedere situatie die je tegenkomt, wat het ook is dat je er aantreft of je overkomt, vormt ‘de poort van de hemel’. Dwars door de poort van wat zich hier en nu aandient, hoe heftig, donker, pijnlijk of saai het ook mag zijn gaan we onze weg naar het ‘point vierge’: dat ochtendgloren waar onze ogen geopend worden nog voordat het licht is en we in al onze onschuld durven vragen: mag ik?

Mag ik zijn? Mag ik mijn ruimte innemen? Vliegen? Zingen? Dansen? Zeggen wat ik zeggen wil? In de nacht vind je wellicht geen toestemming en op het heetst van de dag is het goed de rust te bewaren. Maar eenmaal aanbeland bij dat maagdelijke ochtendgloren, dat moment van zuivere waarheid, dat zo weer voorbij kan gaan, zul je toestemming vinden en zijn wie je ten diepste bent.

Ga je weg…

Mariek de Jong

Groene spiritualiteit Thomas Merton

Impressie van de digitale studieweek in de Kapel van De Hooge Berktgemeenschap

Elk jaar in juli organiseert het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen een mystieke studieweek Dit jaar was dit voor de 40e keer en stond de natuurmystiek van Thomas Merton centraal. De colleges werden verzorgd door de protestantse emeritus predikant Kick Bras.

Met 20 mensen van onze gemeenschap konden wij er in onze kapel digitaal aan deelnemen.
Veel wijsheid werd ons meegedeeld, veel mooie denkbeelden, prachtige zinnen, gedichten en namen van geleerden, schrijvers en leraren uit talloze landen en diverse religieuze stromingen waardoor Merton geïnspireerd werd.

Thomas Merton
Om ‘met zichzelf de wonden van de wereld te helen’ koos Merton voor een monastiek leven. Daar wordt het hemelse vaak hoger gewaardeerd dan het aardse, maar voor Merton was al vroeg  duidelijk dat het Goddelijke mysterie ín de Schepping aanwezig is, in al het aardse, in alle materie en dat het nergens zo duidelijk aanwezig is als in de natuur.

‘De natuur is de plaats van God’s Heiligheid,’ zegt hij. Een boom is een boom en kan niet anders zijn dan God bedoeld heeft. Maar de mens is een vrijgelaten wezen. Hij kan kiezen zo te zijn als God hem bedoelde of niet. Vrijheid, dat is dan ook wat Merton steeds weer ontleent aan zijn leven in de natuur. Hij voelt zich een ‘wilde’ die met de planten, bomen en dieren in hetzelfde huis woont. Zoals de vogels in de morgen wakker worden en naar buiten te gaan, doet hij het: het opnieuw gegeven leven beamend en verlangend te leven.
God en de Schepping zijn volgens Merton niet te scheiden. Dat doet de Christelijk theologie wel en daarmee creëert het een geïsoleerd individu, een ik-ik-ik, dat basis is geworden van de westerse economie die de aarde exploiteert. Merton, die van vele theologische en religieuze markten thuis is, ziet hoe Zen en de Keltische Christendom daaraan voorbijgaan. Zen omdat het een ervaringswijsheid is zonder denkbeelden en de Keltische Spiritualiteit omdat het niet deelt in het neoplatoonse gedachtengoed en dualistische denken maar rechtstreeks aansluit op de wijsheid van de woestijnvaders. Daar preekt men ‘eerbied voor de schepping’. Dat houdt geen vergoddelijking van natuurverschijnselen in maar een besef dat God erin woont zoals Hij in ons woont.
Voor Merton is de natuur een voortdurende genade. Zijn ‘genieten van de natuur’ gaat vanzelf over in contemplatie. Hij raakt dan bewust van Gods aanwezigheid op dezelfde manier als hij zich bewust is van de bomen en andere wezens. ‘God is verweven in de stilte en de natuur’, zegt hij en: ‘het landschap gaat mij voor in gebed’.

Deze dingen en zoveel meer is ons bij herhaling uitgelegd en verteld zodat we Merton’s intense verbondenheid met de natuur steeds meer konden gaan meebeleven.

Ik noem nog één van Bras’ parels: ‘Stilte, eenzaamheid en pioniers is wat we nodig hebben als weg om persoon [mens] te worden’. Met die ‘pioniers’ wijst Merton ook naar zichzelf en het recht om te leven als monnik: een pionier in de woestijn van de eenzaamheid die dat leert kennen en vruchtbaar maakt voor anderen om erdoor geïnspireerd te raken.
Een mooie spiegel voor ons om onszelf in te bezien. Hoe zijn wij stil, eenzaam en pioniers? En niet minder belangrijk: die pioniers staan m.i. ook voor ‘studie en vorming’: vertrouwd raken met die pioniers. Hoe laten wij ons door hen inspireren en vormen.

De digitale studieweek riep veel enthousiasme op in de kring aanwezigen in onze kapel. Niet alleen vanwege de inhoud maar ook om onze gezamenlijkheid. Het was bij uitstek ‘gemeenschapsvormend’. Zo eenvoudig kan het zijn: samen studeren*.

We danken het Titus Brandsma Instituut voor de samenwerking en Kick Bras voor de inspirerende colleges en zien uit naar de mogelijkheden van volgend jaar.

We sloten af met een van de gedichten van Thomas Merton:

Eén vogel zit stil
En ziet het werk van God:
Eén blad dat omdraait,
Twee vallende bloesems,
Tien kringen op de vijver.

Alle deelnemers aan de studie-4-daagse in de Kapel kregen na afloop een zonnebloem mee naar huis als aandenken aan een mooie gezamenlijke studieweek.

Mariek

*) De tekst van de colleges is terug te vinden in het boek: ‘Onuitsprekelijk paradijs, de groene spiritualiteit van Thomas Merton’ geschreven door Kick Bras en uitgegeven door Berne Media (Link)

Verjaardag van onze gemeenschap

Een jarige gemeenschap: 1967 - 2021

Vrijdag 9 juli viert de gemeenschap haar 54e verjaardag. Dat is een eenvoudig gebeuren. Het is traditie geworden dat iedereen deze dag een bloem meeneemt naar de kapel waarmee grote boeketten gevormd worden in de vazen die hiervoor bij het altaar al klaarstaan. De verzamelde bloemen zijn op deze dag de fleurige getuigen van de veelkleurigheid van de gemeenschap.

We staan stil bij het verleden en gedenken dankbaar alle mensen die de gemeenschap mee hebben opgebouwd tot de gemeenschap zoals die nu is. We vieren het leven zoals het vandaag de dag is, met alle mensen met wie wij ons verbonden weten en we vragen Gods zegen voor de dag van morgen.  Dat we met de rijkdom aan ervaring uit het verleden nieuwe taal en nieuwe vormen vinden om als gemeenschap toekomst te hebben, voor onszelf en het uitdragen van onze missie: Christelijk leven concreet maken.

Als gemeenschap leven we samen praktische oecumene en daarin mogen wij in onze eigen veelkleurigheid een oefenplaats plaats zijn voor de oecumene tussen kerken. 

Dat onze veelkleurigheid mag uitgroeien tot een veelkleurigheid in alle kleuren van de regenboog.