Ik zit sterk op het spoor van de verbinding

In gesprek met Hans Timmerman

Hans Timmerman (62) is lid van onze gemeenschap. Recent is er een boek uitgekomen, waarvan hij één van de schrijvers is: “Zoek het samen uit”, in gesprek over professionele autonomie in de jeugdzorg. Het boek is de aanleiding om met hem in gesprek te gaan over zijn werk, zijn drijfveren en passie. Maar ook over de rol die lid zijn van de gemeenschap speelt in zijn leven en werk.

Hans werkt al bijna 40 jaar als jeugdbeschermer/werkbegeleider in de jeugdbescherming. Als basis daarvoor deed hij de HBO-opleiding Maatschappelijk Werk, in de loop van zijn carrière aangevuld met vele cursussen en opleidingen, zoals o.a. die van contextueel gezinsbehandelaar, psychodiagnostiek en oplossingsgericht werken. Jarenlang is hij cliënt gericht bezig geweest in de begeleiding van ouders en kinderen, de laatste jaren is dat vooral als docent. 

Ik vraag Hans naar zijn passie, “wat maakt dat je dit vak blijft uitoefenen, dat je ervoor blijft gaan?” Hans antwoordt: “ik vind mijn werk zowel uitdagend als betekenisvol. In het contact met ouders en kinderen zijn we ervoor om ouders te ondersteunen in het uitoefenen van hun ouderschap, om hen te motiveren te doen wat ze moeten doen om goed voor hun kinderen te zorgen. Het gaat dan over kinderen met een rugzakje, maar ook over gezonde kinderen met ongezonde ouders. Je hoopt dat er door je begeleiding van ouders en kinderen een constructieve keer komt in situaties. En dan doet het me persoonlijk heel goed als ik een jongere, die ik heb begeleid, zijn leven zie oppakken en er iets van maken.”

Hans vertelt ook over de uitdagende kant van het werk: “Ouders voelen zich vaak bedreigd en zijn bang dat hen iets afgepakt wordt, namelijk hun kinderen. Soms is uithuisplaatsing van een kind nodig. Daardoor is er bij ouders vaak een barrière van weerstand, die zich kan uiten in boosheid, soms ook in fysiek geweld. De uitdaging is dan: hoe neem je als jeugdbeschermer die barrière van weerstand? Het is dus niet per sé een gezond vak. Je krijgt soms met forse bedreigingen en agressiviteit te maken.”

“Op dit moment is mijn belangrijkste taak die van docent. Daarin staat het ondersteunen van collega’s centraal om te zorgen dat zij het werk, wat ze doen, aankunnen, met voldoende instrumenten en persoonlijke competentie.”

Vanuit die rol als docent en begeleider van morele beraden heeft Hans het initiatief genomen tot het schrijven van een boek “Zoek het samen uit”. Hij ziet het boek als een opmaat om als beroepsgroep met elkaar in gesprek te gaan over de betekenis van het werk. “Wat betekenen wij voor de samenleving en voor de kinderen voor wie wij het doen?” “Hoe is het voor je, als jeugdbeschermer/jeugdhulpverlener, om zulke zwaarwegende beslissingen te moeten nemen over kinderen die niet jouw kinderen zijn en voor ouders die niet jouw ouders zijn?” En “Wat betekent het om professional te zijn in dit vak en waar liggen de grenzen ervan, en hoe pak je het samen op, zodat je niet alleen komt te staan?”

“Ik zit sterk op het spoor van de verbinding”, vertelt Hans, “verbinding met mijzelf als mens, met mijn cliënten, en met mijn collega’s. Het boek stimuleert om die verbinding als collega’s te zoeken, zowel met elkaar als met onze organisaties en bestuurders.”

Ik vraag Hans tenslotte welke rol gemeenschap de Hooge Berkt speelt in zijn werk.

Zijn onmiddellijke reactie op deze vraag is: “het perspectief van een meer bewoonbare wereld! Een bewoonbare wereld voor jezelf, maar ook voor mensen die in de verdrukking zitten. En in mijn werk zijn dat kinderen die in de verdrukking zitten. Uiteindelijk wil je dat zij worden zoals ze bedoeld zijn, dat ze tot hun bestemming komen. En dat ze ook anderen weer tot hun bestemming kunnen brengen.”

“Ik zie dat terug in onze gemeenschap. Ik kwam hier al als kind toen mijn ouders zich bij de gemeenschap aansloten. Als ik terugkijk kan ik situaties aanwijzen dat ik zelf gezien ben en dat mensen mij tot mijn bestemming wilden brengen. Ik heb erkenning gekregen om wie ik ben. Ik weet ook dat ik nooit alleen gelaten zal worden. Dat vertrouwen heb ik. En dat doe ik ook in mijn werk. Als maatschappelijk werker blijf ik ervoor kiezen om contact te blijven maken met mijn cliënten, hoe hard ik soms ook word afgewezen. Dat heb ik zelf gevoeld in de gemeenschap en dat neem ik mee in mijn werk. Veel van wat ik kan en doe als professional heeft zijn oorsprong in de gemeenschap.”

En Hans’ laatste opmerking: “Een bewoonbare wereld: ouders die er een puinhoop van maken en kinderen die daar de dupe van zijn … als hun wereld wat bewoonbaarder wordt, dan heb ik mijn bijdrage geleverd. En ook: als ik een collega kan helpen om dat goed hanteerbaar te maken, dan heb ik mijn bijdrage geleverd!”

Interview door Annieke van Dijk,
Februari 2024

Maak ruimte, waag je aan de leegte…!

Voor de veertigdagentijd is het leeggemaakt in de kapel. Een lege ruimte met alleen nog de kring van stoelen en krukjes, de godslamp die nu op een boomstam staat, een lessenaar en verder niets. Ikonen achter in de kapel zijn weggehaald. Extra stoelen en krukken zijn opgeruimd. Het ruikt naar jute. De geur is afkomstig van het grote gordijn van jute dat voor in de kapel is opgehangen en de hele wand bedekt.

Dat gordijn van jute is ons hongerdoek voor dit jaar.

Zo gaan we op weg in de veertigdagentijd. Een woestijntijd. We keren ons naar binnen, maken het leeg in de ruimte, leeg in ons zelf. Een weg door de woestijn om uit te zuiveren, om teruggebracht te worden bij de essentie van het leven.

Vanuit de leegte gaan we dit jaar onze hongerdoek invullen. In de loop van de veertigdagentijd zal het gevuld worden met tekeningen, schilderingen en wat in ons opkomt, ons verlangen, onze hoop, uitzien naar Pasen.

Gebed voor alle zondagen in de veertigdagentijd

Heer, onze God
Uw zoon gaat ons voor
Een weg door de woestijn
Een weg ten leven.

In leegte en gemis
gaat Hij ons voor
opdat er ruimte komt
Voor dàt wat van U is.

Open ons
voor de woorden en gebaren
die op ons toekomen
zodat wjj het erop wagen.

Amen.