Luc. 16, 1 – 13

Je weerstand doorbreken, onszelf verliezen en ingaan op de uitnodiging

Vorige week zondag hebben we al gehoord dat Jezus volgens het evangelie van Marcus op weg is naar Jeruzalem en dat hij, ondanks het lijden dat hem te wachten staat, trouw wil blijven aan zijn roeping. Dat is geen gemakkelijke weg, maar wel een radicale keuze. Iets van die radicaliteit horen we nu in het evangelie van vandaag.

In het begin van het verhaal komt er een jongeman naar Jezus toe en vraagt: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? In die vraag hoor je een verlangen, een echt verlangen naar goed en rechtvaardig leven, of om het met de woorden van de eerste lezing te zeggen: een verlangen naar de geest van wijsheid die alles te boven gaat. Jezus geeft hem dan als antwoord de Tien Woorden, zoals Mozes die al heeft gegeven, en vooral wat hij moet doen tegenover zijn naaste: niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen enz.

Dat op zich is dus al een goede richting: dat je leert als een goed mens te leven, in de juiste verhouding tot je medemens en tot God. Maar de jongeman deed dit al en zoekt een weg verder. Op dat moment kijkt Jezus hem liefdevol aan en zegt:
Aan één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen al wat je bezit en geef hetaan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan terug om mij te volgen.

Jezus roept hem op tot een keuze: enerzijds alles los te laten wat hij bezat en anderzijds te leren delen in de goddelijke liefde, die Jezus zelf present stelde. Dat is inderdaad een radicale keuze, die niet zomaar voor iedereen geldt, maar die Jezus hier persoonlijk tegen deze man richt. Jammer genoeg gaat hij er niet op in, omdat hij veel bezittingen heeft.

Op die keuze gaat het evangelie verder, wanneer Jezus spreekt tot zijn leerlingen. De jongeman was rijk en kwam er niet toe om alles te verkopen. Hij was bezet, bezeten. Jezus laat nu horen: Wat is het toch moeilijk voor een rijke om binnen te gaan in het koninkrijk van God. Wat is dat toch? We kennen die ervaring wel. Als je rijk bent en veel geld hebt om allerlei dingen te kopen, heb je ook macht tegenover andere mensen en trek je gemakkelijk veel vrienden aan. Je staat in feite zelf in het centrum. Hoe anders is het, als je je leven laat bepalen door een ander, als je bereid bent iemand te volgen die je inspireert. Dan gaat het om andere waarden, zoals solidariteit, rechtvaardigheid of gemeenschap. Jezus wijst erop hoe moeilijk het is, ja bijna onmogelijk, zeker als je rijk bent, om op die roep in te kunnen gaan. Toch zijn er mensen die de roep horen, ook onder ons. Die los laten wat ze daar, elders, aan leven hebben opgebouwd en bereid zijn dat op te geven om te verhuizen hier naar toe, naar deze gemeenschap en de weg van de goddelijke liefde te gaan, met alle onzekerheid die dat meebrengt. Ik heb respect voor hen.

Die oproep om alles los te laten geldt niet alleen voor jongeren die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, of voor mensen die pas begonnen zijn de weg van Jezus te volgen. Die oproep wordt vandaag ook tot ons gericht, die al geraakt zijn door Jezus en begonnen zijn aan die weg van de liefde. Wat wordt er dan tot ons gezegd? Toen ik de oproep hoorde: Aan één ding ontbreekt het je nog, voelde ik eerst een weerstand. Wat moet ik nu weer loslaten, wat is er dat mij tegen houdt om die weg van Jezus verder te gaan? Dat is misschien niet zo radicaal en toch.

Ik denk concreet bijvoorbeeld aan de veranderingen binnen de gemeenschap vanwege een nieuwe structuur. We worden uitgenodigd mee te gaan in de nieuwe dagteams, maar er is ook weerstand om de goede band met iemand zomaar los te laten en weer nieuwe contacten met anderen te maken. Ik denk ook aan onze samenleving, met nieuwe bepalingen vanuit het klimaatakkoord. We zullen grote veranderingen meemaken, en moeten gaan kiezen voor minder gas in onze woning en minder benzine voor de auto. Om tot de juiste houding te komen wordt van ons gevraagd een omslag te maken in denken en doen.

Hoe dan ook, ik denk dat het mogelijk is om de weerstand te doorbreken, onszelf te verliezen en in te gaan op de uitnodiging. Als die jongeman in de ogen van Jezus had gekeken en de liefde gevoeld, had hij die stap misschien kunnen maken. Of zoals op het eind Petrus kon zeggen: Wij hebben toch maar alles achter gelaten. Bidden wij om die geest van wijsheid.

Luc. 14, 24 – 35

Je weerstand doorbreken, onszelf verliezen en ingaan op de uitnodiging

Vorige week zondag hebben we al gehoord dat Jezus volgens het evangelie van Marcus op weg is naar Jeruzalem en dat hij, ondanks het lijden dat hem te wachten staat, trouw wil blijven aan zijn roeping. Dat is geen gemakkelijke weg, maar wel een radicale keuze. Iets van die radicaliteit horen we nu in het evangelie van vandaag.

In het begin van het verhaal komt er een jongeman naar Jezus toe en vraagt: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? In die vraag hoor je een verlangen, een echt verlangen naar goed en rechtvaardig leven, of om het met de woorden van de eerste lezing te zeggen: een verlangen naar de geest van wijsheid die alles te boven gaat. Jezus geeft hem dan als antwoord de Tien Woorden, zoals Mozes die al heeft gegeven, en vooral wat hij moet doen tegenover zijn naaste: niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen enz.

Dat op zich is dus al een goede richting: dat je leert als een goed mens te leven, in de juiste verhouding tot je medemens en tot God. Maar de jongeman deed dit al en zoekt een weg verder. Op dat moment kijkt Jezus hem liefdevol aan en zegt:
Aan één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen al wat je bezit en geef hetaan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan terug om mij te volgen.

Jezus roept hem op tot een keuze: enerzijds alles los te laten wat hij bezat en anderzijds te leren delen in de goddelijke liefde, die Jezus zelf present stelde. Dat is inderdaad een radicale keuze, die niet zomaar voor iedereen geldt, maar die Jezus hier persoonlijk tegen deze man richt. Jammer genoeg gaat hij er niet op in, omdat hij veel bezittingen heeft.

Op die keuze gaat het evangelie verder, wanneer Jezus spreekt tot zijn leerlingen. De jongeman was rijk en kwam er niet toe om alles te verkopen. Hij was bezet, bezeten. Jezus laat nu horen: Wat is het toch moeilijk voor een rijke om binnen te gaan in het koninkrijk van God. Wat is dat toch? We kennen die ervaring wel. Als je rijk bent en veel geld hebt om allerlei dingen te kopen, heb je ook macht tegenover andere mensen en trek je gemakkelijk veel vrienden aan. Je staat in feite zelf in het centrum. Hoe anders is het, als je je leven laat bepalen door een ander, als je bereid bent iemand te volgen die je inspireert. Dan gaat het om andere waarden, zoals solidariteit, rechtvaardigheid of gemeenschap. Jezus wijst erop hoe moeilijk het is, ja bijna onmogelijk, zeker als je rijk bent, om op die roep in te kunnen gaan. Toch zijn er mensen die de roep horen, ook onder ons. Die los laten wat ze daar, elders, aan leven hebben opgebouwd en bereid zijn dat op te geven om te verhuizen hier naar toe, naar deze gemeenschap en de weg van de goddelijke liefde te gaan, met alle onzekerheid die dat meebrengt. Ik heb respect voor hen.

Die oproep om alles los te laten geldt niet alleen voor jongeren die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, of voor mensen die pas begonnen zijn de weg van Jezus te volgen. Die oproep wordt vandaag ook tot ons gericht, die al geraakt zijn door Jezus en begonnen zijn aan die weg van de liefde. Wat wordt er dan tot ons gezegd? Toen ik de oproep hoorde: Aan één ding ontbreekt het je nog, voelde ik eerst een weerstand. Wat moet ik nu weer loslaten, wat is er dat mij tegen houdt om die weg van Jezus verder te gaan? Dat is misschien niet zo radicaal en toch.

Ik denk concreet bijvoorbeeld aan de veranderingen binnen de gemeenschap vanwege een nieuwe structuur. We worden uitgenodigd mee te gaan in de nieuwe dagteams, maar er is ook weerstand om de goede band met iemand zomaar los te laten en weer nieuwe contacten met anderen te maken. Ik denk ook aan onze samenleving, met nieuwe bepalingen vanuit het klimaatakkoord. We zullen grote veranderingen meemaken, en moeten gaan kiezen voor minder gas in onze woning en minder benzine voor de auto. Om tot de juiste houding te komen wordt van ons gevraagd een omslag te maken in denken en doen.

Hoe dan ook, ik denk dat het mogelijk is om de weerstand te doorbreken, onszelf te verliezen en in te gaan op de uitnodiging. Als die jongeman in de ogen van Jezus had gekeken en de liefde gevoeld, had hij die stap misschien kunnen maken. Of zoals op het eind Petrus kon zeggen: Wij hebben toch maar alles achter gelaten. Bidden wij om die geest van wijsheid.

Dertigdaagse retraite, een ervaring

Dè 30-daagse retraite van Ignatius is een begrip. Het gaat dan om een individueel begeleide retraite van 30 dagen in stilte waarbij het programma van de Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola gevolgd wordt. In de bedding van De Hooge Berkt gemeenschap kan deze 30-daagse retraite als individueel traject (bijna) heel het jaar gevolgd worden. 

Voor Nederland is Gemeenschap De Hooge Berkt de enige plaats waar je dat intern kunt doen op het moment dat het voor jou passend is. In de maand juli is het ook mogelijk om deze 30-daagse retraite te doen in de Oude Abdij in Drongen in België.  

Een van de leden van onze gemeenschap, Mariek de Jong, deed deze dertigdagen retraite afgelopen juli. Over haar ervaringen schreef zij het volgende verslag.

Een dertig daagse retraite - een persoonlijke ervaring

In de maand juli verbleef ik 30 dagen in de Oude Abdij in Drongen (België) voor een Ignatiaanse retraite ook wel ‘de ‘geestelijke oefeningen’ genoemd. Na afloop stelde Joke, vanuit de werkgroep publiciteit en communicatie, de vraag of ik er iets over kon schrijven voor op onze website. Hoe is dat nou zo’n retraite?

‘Ik heb geen idee!’ was mijn eerste reactie. Natuurlijk er zijn wat praktische gegevens: dertig opeenvolgende dagen met gebedstijden en eucharistieviering en een gesprek met je begeleider die je één of meerdere teksten uit de Bijbel aan de hand doet, waar je vervolgens over nadenkt, schrijft en bidt, zodat die teksten hun betekenis voor jou, op dit moment in je leven, gaan openbaren. Daar is dan wel zo goed als alles mee gezegd. Buiten je begeleider praat je met niemand, je onderhoudt geen contacten met de buitenwereld en leest alleen de Bijbel.

Hoe dat is? Mijn tweede reactie was dat ik eigenlijk niet goed wist waar ik geweest was; dat het net was of ik níet weggeweest was… in ieder geval toch niet zo lang. Natuurlijk, ik kon vertellen over de ruimtes in het klooster, de tuinen met de bloemen en de bomen, de vogels en de eekhorens en de bever in de vijver, over mijn begeleider en de andere retraitanten die hun eigen begeleiders hadden, over het dagritme, de gebedsdiensten en het eten… daar kon ik best wel een tijdje over vertellen en de suggestie wekken dat het over de retraite ging. Maar vanbinnen, in mijn beleving, had het eigenlijk niet zo veel te maken met waar ik al die tijd was. Waar ik geweest was leek meer op een wat wazig gebied, best heel helder… zonnig zelfs, ja. Het leek wel boven de wolken te zijn. Er waren geen andere mensen en je kon er geen vormen onderscheiden en ik lag er te dromen, dacht na, hoorde stemmen, zag beelden voorbijtrekken, werd er gewekt en worstelde er in stilte. Een niemandsland? Misschien. Ik ervoer het als een onbegrensde ruimte in de eeuwigheid. Aan het begin van de laatste week schokte die beleving me ruw in een opkomend tijdsbesef: mijn eeuwigheid zou nog maar zeven dagen duren!

Er was een andere gewaarwording die ik me één keer tijdens de retraite bewust werd maar die in de dagen na terugkeer, meer betekenis kreeg. Gebeurtenissen die vóór de retraite plaatsvonden en onaf gebleven waren, bleven zich herhalen in mijn eeuwige bewustzijn. Gelukkig was dat niet al te veel maar er was genoeg dat zich bijna iedere dag weer in kersverse vorm meldde. Ik vond het vervelend omdat het een lastige ervaring was maar toch ook weer niet zó lastig om daar nu bijna iedere dag mee bezig te zijn… vond ik. Totdat ik besefte dat mijn alledaagse leven in feite ‘stopgezet’ was en, als ik deze stap naar de eeuwigheid niet gemaakt had, dit gebeuren zich mogelijk opgelost of verdund zou hebben in daarop volgende ervaringen. Feitelijk waren er immers aldoor ervaringen die uit het verleden terug kwamen, meer en minder moeilijke en heel plezierige. Ervaringen die me hadden gekwetst of juist verlicht en dat deden ze weer in die mate dat de geschiedenis ermee gewerkt had.

Ik dacht: zo gaat dat dus met alles wat we doen en meemaken. Niets gaat verloren. In de eeuwigheid blijft alles steeds weer gebeuren. Wat onaf is blijft onaf; wat voltooid is vindt zijn weg in de Ene. ‘Rusteloos blijft ons hart, totdat het rust vindt in God’, zei Augustinus. We zijn niet alleen mede verantwoordelijk voor de aarde maar ook voor dat oneindige universum; de eeuwigheid die onze tijdelijkheid ontsluit. Je zendt een toon uit: ‘hu’ en in de eeuwigheid klinkt de echo eindeloos door: ‘huhuhuhuhuuuuuuuuuuuuuuuuu…’ Zo keert ze weer bij ons terug om herhaald te worden. Of gekeerd. Oorlogen en geweld in onze wereld laten zien hoeveel er nog gekeerd moet worden. Een waarachtig liefdeslied heeft grote eeuwigheidswaarde.   

Dat is de geestelijke realiteit waarmee we te maken hebben, besloot ik en ik vond het schrikbarend. Schrikbarend omdat het me liet beseffen hoe belangrijk we zijn in al ons doen en laten en hoeveel effect we daarmee hebben op onszelf, elkaar en de eeuwigheid. Hoe grandioos van betekenis is alles dat we de kosmos in slingeren; woorden en daden die de Eenheid dienen of die juist verdeeldheid zaaien. Schrikbarend ook is de verantwoordelijkheid die daarmee op ons rust om het pad dat we gaan een pad van vrede te laten zijn. Dat we elkaar die vrede kunnen schenken. Dat we, tot aan ons einde toe, af kunnen dalen in ons hart en in het hart van de Ene en kunnen zeggen: het is goed, ja zeer goed.

Zo mocht de 30-daagse retraite zijn: zeer goed.  

Mariek de Jong