Gerard, een van de leden van de gemeenschap volgt het synodale proces dat in de Rooms Katholieke kerk gaande is, op de voet. Het maakt hem enthousiast, geeft hem hoop. Aan hem is gevraagd om te vertellen wat hem raakt en hoe het met onze gemeenschap te maken heeft.
Wij zijn een synodale gemeenschap, steeds weer in wording.
“Wij zijn een synodale gemeenschap!” ik weet nog dat ik dat zei, tijdens de gemeenschapsdag van 17 oktober 2021, een dag waarin wij als gemeenschap een begin maakte met onze zoektocht naar toekomst. Een zoektocht die wij ‘Doortocht’ zijn gaan noemen. Ik deed mijn uitspraak omdat ik ontzettend blij was met het synodale proces dat paus Franciscus had aangekondigd, maar óók omdat ik de bijeenkomst van 17 oktober zo open vond, dat de Geest er doorheen kon waaien. Wij weten maar amper hoe bijzonder het is hoe wij naar elkaar luisteren, zo hoorde ik laatst op een ontmoetingsavond.
De Hooge Berkt, een synodale gemeenschap.
Ik voelde me aanvankelijk als een soort roepende in de woestijn, al was ik niet helemaal alleen. Ik dacht toen nog: misschien moeten we kijken of we het proces in de parochie of in het bisdom kunnen ondersteunen. Dat denk ik nu niet meer. We moeten op onze eigen plaats blijven en hier, als Hooge Berkt gemeenschap, de synodaliteit doorleven.
De Hooge Berkt is vanaf het allereerste begin van 1967 een synodale gemeenschap. Zij ontstond kort na het tweede Vaticaanse concilie (1962-1965). Toen klonken de woorden, net als nu: ‘wij zijn Gods volk onderweg’ en ook ‘In Gods kerk zijn geen leken.’ Het zijn woorden door Mgr. Bekkers uitgesproken naar mevr. Klomp en pater Jan Berger, de beginners van onze gemeenschap. Woorden ter bemoediging.
Zij namen hun opdracht heel serieus om van het volk dat naar Bergeijk kwam een gemeenschap te maken, zonder pretenties. Als een priester in de gemeenschap wilde meeleven, was hij niet automatisch voorganger. Ook aan hem, of juist aan hem, werd gevraagd om allereerst een gemeenschapsmens te worden. Vandaaruit kon de mogelijkheid groeien om gevraagd te worden om voor te gaan in een viering.
Een weg van luisteren.
Wij hebben ons nooit een synodale gemeenschap genoemd. We kenden dat woord maar amper. Het is zeker geen triomfantelijk woord. Het duidt de weg aan van willen luisteren. De bisschoppen in Rome hebben geprobeerd om naar elkaar te luisteren. Dat vraagt omscholing.
Kardinaal De Kesel uit België vertelt in een interview op het einde van de synode in Rome, dat hij in gesprek gekomen was met een bisschop uit Afrika. Hij was de zoon van één van de bijvrouwen van zijn vader. Zijn vader stond in hoog aanzien in het dorp. Bigamie was daar gewoon. Zo’n ontmoeting stelt een open vraag aan je eigen West-Europese opvattingen.
En hoe zit dat luisteren bij ons? Ik herinner mij dat er tijdens het proces van ‘de Doortocht’ in een van de werkgroep – en misschien wel in allemaal – soms stevig en intens met elkaar gesproken werd en geprobeerd werd om elkaar te verstaan. Dat hoort bij een synodaal proces. Luisteren is door onze doortocht heen een oefenwoord geworden. Luisteren… de ander – hoe dan ook – gastvrij onthalen… verlangend naar volheid voor jezelf en de ander … samen op weg.
Ik voel me al heel lang geen roepende meer in de woestijn. We zijn als gemeenschap met ons hart bij het synodale proces dat paus Franciscus in gang heeft gezet. Het weerklinkt in ons gebed. Het is de doortocht van een wereldkerk. We hebben ons van harte aangesloten bij de beweging van Together – Nederland. In verbondenheid met velen hebben we op de vooravond van de synode op 30 september, in een speciale dienst gebeden om de Geest.
Al vanaf het allereerste begin van onze gemeenschap is het Pinksterfeest het hoogtepunt van ons gemeenschapsleven. De Geest trekt aan ons en verbindt ons, ondanks al onze verschillen.
Dan zingen we een lied van eigen bodem:
Wie hoort de Geest in al wat leeft
In het zwakke te beluist’ren
Zelfs het kleine doet zij fluist’ren
Ted’re kracht die leven geeft.
Gerard van de Ven