Spiritualiteit in verandering

Op 13 februari 2021 overleed in Budapest pater Franz Jalics, s.J., na lang en bewogen leven. Nadat hij uit Argentinië naar Duitsland terugkeerde, begon hij in 1978 met het geven van Contemplatieve Oefeningen: meditatie en contemplatie voor ons, mensen van deze tijd.

p. Franz Jalics en de Contemplatieve Oefeningen

Pater Franz Jalics (* 16.11.1927 + 13.02.2021) maakte de Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola toegankelijk voor moderne mensen van de tijd waarin wij nu leven. Zijn grootse verdienste is de eenvoudige, maar wel diepgaande manier van bidden en leven die hem zo kenmerkt. De volgende uitspraak is kenmerkend en bijna een samenvatting van wat hem voor ogen stond: “In het hiernamaals denken wij niet meer na over God en hoeven wij ook niets meer voor Hem te doen; wij zullen Hem zien zoals Hij is”. Het is de echo van de laatste beschouwing van de Vierde Week van de Geestelijke Oefeningen, namelijk de beschouwing om tot liefde te komen. Hierin vraagt de retraitant: “Geef, Heer, dat ik U mag liefhebben, die genade is mij genoeg!” (GO 234). Deze liefde straalde p. Franz uit naar allen die hij ontmoette.

En dit is de uitnodiging van de Contemplatieve Oefeningen: verblijf met heel je zijn in deze eenvoud, in dit enkelvoudig-zijn voor het aanschijn van de Enige, in tegenwoordigheid van Jezus de Zoon. Blijf schouwen naar en in God; laat je aankijken en zie wat in jou leeft. Breng alles aan het licht. Wil er gewoon zijn, in de waarneming van wat is, nu, hier en in wat is geweest.

Boeken van Franz Jalics in het Nederlands:

  • Contemplatieve Oefeningen en inleiding in het Jezusgebed
  • De Contemplatieve weg
  • Jezus Christus als Gids. Geestelijke begeleiding in het Evangelie
  • Snippers van Licht
  • Samen groeien in geloof (vertaling in eigen beheer)
  • Website: www.haus-gries.de en de film: The two Popes

Hoe is de gemeenschap op het spoor van de Contemplatieve Oefeningen gekomen?

In 2006 deden Tineke Renkema, Lineke van der Loo en ik, Hinneni Peltenburg, de Opleiding tot Retraitebegeleider in de Oude Abdij te Drongen (B) bij de Jezuïeten. Daar spraken p. Bart van Emmerik en p. Pieter Paul Lembrechts op een keer van hun retraite die zij deden in Haus Gries in Duitsland. Het was een hele stille retraite geweest van tien dagen in een heel groot retraitehuis, ergens in Duitsland, begreep ik. Iets in hun verhaal maakte dat ik zo’n retraite in volledige stilte ook mee wilde maken. Op weg dus, naar Haus Gries te Wilhelmsthal diep in Duitsland naar het oosten. Inderdaad een groot retraitehuis, met plaats voor twintig retraitanten en een permanente staf en wisselende leefgroep en stilte, tastbare aanwezige stilte. Onvoorstelbare stilte overal: in de bossen, om het huis, in het huis, tijdens het half uurtje ‘corvee’ en vooral in de kapel tijdens de vele meditatie-uren. De Enige tastbaar aanwezig in de eucharistie, tijdens de deel-ronden na een dag van meditaties, tijdens de persoonlijke begeleiding…. 
Na mijn thuiskomst werd op haar beurt Lilla geraakt door mijn verhaal en zo kwam het dat zij haar weg vond naar Haus Gries.
Haus Gries is een plaats van de mogelijke ontmoeting met de Enige in de stilte, in jezelf, in en voor degenen met wie je op dat ogenblik er bent.

Het jaar erop hoorde ik dat de Contemplatieve Oefeningen ook in Nederland waren te volgen, verzorgd en geleid door Theresia de Meijer, met assistentie van een of twee personen. Theresia is zelf lange jaren in de leer is geweest bij p. Jalics. Zij werd door hem gevraagd om de Contemplatieve Oefeningen in Nederland te beginnen.

Nu is ook Lilla, na geregeld en systematisch zichzelf te hebben ondergedompeld in de Contemplatieve Oefeningen, in de Gemeenschap de Hooge Berkt begonnen deze indringende vorm van bezinning, stilte, gebed en meditatie aan te bieden, zoals iedere retraitebegeleider dit persoonlijk vorm geeft. Ook in onze gemeenschap is het mogelijk om de Contemplatieve Oefeningen te volgen.

Zie voor het aanbod op deze website bij Retraite & Bezinning:

Hinneni Peltenburg

Lichtpuntjes in Corona-tijd!

In de gemeenschap worden er vaak mooie kunstwerken gemaakt, dat is echt ook iets waar de gemeenschap om bekend staat! Maar deze willen we jullie ook zeker niet onthouden, vooral ook vanwege het mooie verhaal! Het is een quilt van Charlotte Geers, zij schrijft:

Kleurrijke kakafonie

Dit heeft mij de afgelopen maanden deugd gedaan: werken met een kakafonie aan kleuren! Ze accorderen volstrekt niet met elkaar, of toch?

Met dank aan Marjan Hoeijmakers die voor een ontwikkelingsproject in Congo was. Marjan verzamelde daar lokaal restjes stof. En kijk dit is er van gemaakt! Stoffen die trouwens gemaakt worden hier in Nederland, in Helmond! En zo is de kring weer rond en geeft weer kleur aan de veelzijdigheid van onze gemeenschap! Mooi hè?!

Aandachtig aanwezig VII

In gemeenschap

Literatuur: Exodus boek van de bevrijding van de auteur Jonathan Sacks, 2019.

Het boek ‘Exodus, boek van de bevrijding’ van Jonathan Sacks, gaf Heleen mij te leen met het dringende advies het te lezen. Een aanbeveling die ik even dringend kan herhalen.
In tal van beschouwingen doorgrondt Sacks het boek Exodus tot op haar essentiële betekenis voor alle samenlevingen in alle tijden. En dus leken sommige stukken precies geschreven te zijn voor mij en ons in gemeenschap hier op dit moment. Dwars doorheen al onze perikelen rondom huurcontracten, huisvesting, ziekte en krappe bezetting ging ik steeds beter verstaan dat wij als gemeenschap, gemeenschap kunnen blíjven als we het huis van God blijven bouwen, zowel in de geest als in de stenen, naar Zijn voorbeeld.

Sacks beweert dat mensen in aanleg moreel gevoel hebben en natuurlijke gevoelens van empathie en sympathie. Dus ja: ‘de meeste mensen deugen’. Maar daarnaast, zegt hij, zijn we ook sociale dieren en dat maakt dat de processen in samenlevingen anders verlopen dan bij individuele mensen. Zo kan het gebeuren dat we ‘en masse’ anders handelen dan dat we zouden doen wanneer we alleen zijn. Dat hebben we in het verleden meerdere malen meegemaakt en, zoals Sacks opmerkt, maken we het nu weer mee in onze multiculturele samenlevingen. We ontdekken steeds meer dat tolerantie alleen niet genoeg is. Tolerantie negeert namelijk de verschillen terwijl een streven naar ‘multiculturisme’ er bij ieder punt een kwestie van maakt.

Zoals het in grote samenlevingen is, zo kan het ook zijn in kleine samenlevingen als de onze. Ook in onze gemeenschap neemt de onderlinge verscheidenheid toe en het ziet ernaar uit dat dat in de toekomst niet minder wordt. Wij kunnen dus leren van Sacks die zich afvraagt waar het bij de opbouw van een natie feitelijk om gaat. Sacks verwijst ons naar Mozes; die kent het antwoord op deze vraag. Mozes namelijk smeedt een samenhangend geheel uit een losse groep van ontsnapte slaven, weerbarstige lui, afkomstig uit zeer verschillende clans en families. Ze klagen steen en been en stellen hem voortdurend op de proef. De gemeenschap die Mozes daarvan smeedt heeft zó’n krachtige identiteit dat het, verstrooid en zwervend over de hele wereld, al meer dan 3.000 jaar als de natie blijft bestaan die toen gevormd werd. Stukje bij beetje ontrafelt Sacks de geheimen van Mozes*.

Dat geheim van Mozes is even simpel als geniaal en iedereen kent het. Mozes verwijst naar God en hij openbaart ons Diens woord. God belooft ons een eigen land en geeft ons de opdracht Zijn huis te bouwen. Vrijheid en verantwoordelijkheid. De aanwijzingen voor de bouw van Gods huis zijn zeer specifiek en gedetailleerd. Je zou kunnen zeggen dat God met zijn instructies van ieder punt een kwestie maakt. We bouwen dat huis naar het voorbeeld dat ons door God gegeven is. Dat wil zeggen we bouwen Zijn aardse woning zoals Hem dat voor ogen staat in de hemel; zo boven zo beneden. En we bouwen het volgens het principe: ‘zo binnen, zo buiten’: binnen is ín onszelf, daar waar wij ‘weten’. Zoals het ín ons is brengen we het in de materiele werkelijkheid. Zo bouwen we het sámen, met elkaar, iedereen doet mee. En in dat meedoen ligt  het tweede deel van Mozes’ geheim. Dat is dat iedereen iets mee moet brengen voor God. Dat wil dus zeggen dat iedereen investeert. Daarbij blijkt dat iedereen iets anders te geven heeft en dat elke bijdrage gewaardeerd wordt.

We bouwen onze gemeenschap met de talenten en middelen die ieder van ons ter beschikking heeft; die brengen we met zijn allen samen. Zo brengt het huis dat we bouwen ons samen, het wordt van iedereen en iedereen wordt medeverantwoordelijk.
Grondgedachte hierbij is dat niemand individueel alle noodzakelijke middelen heeft om te overleven; mensen hebben een samenleving nodig,  hebben elkaar nodig. Juist vanwege die verschillen, vanwege dat anders zijn van die ander.
Een simpel geheim dus: samen werken aan de bouw van Gods huis en daarin geven wat juist jíj te geven hebt. Samen leven en werken met die verschillen is ook erg moeilijk. Het succes van Mozes en zijn volk is daarom dan ook geniaal.

Sacks zegt: ‘er zijn leiders nodig die het handelen van mensen reguleren zodat de natuurlijke variëteit gecompenseerd wordt door uniformiteit van de wetgeving en de samenleving goed geordend raakt’. ‘Leiders,’ zegt hij ‘zijn mensen die een samenleving kunnen opbouwen’. En: ‘Te veel gezag bedreigt de individualiteit en bij te weinig dreigt de anarchie’. Evenwicht is alles. Dat is een spanningsveld dat wij, in onze gemeenschap die zo aan het veranderen is, heel goed kennen.

Aandachtig aanwezig zijn in gemeenschap beweegt ieder van ons. Zo bewegend bewegen we elkaar en raken alle niveaus en alle deelaspecten van de gemeenschap bewogen. Op die manier roepen we onszelf en elkaar steeds weer op tot aandachtige aanwezigheid en blijven we een levende gemeenschap die antwoordt op wat de gegeven omstandigheden van ons vragen. Daarbij brengt het ieder persoonlijk steeds weer bij de vraag: ‘waar sta ik nu in deze gemeenschap?’ Hoe bouw ik mee aan dit huis, wat breng ik in van mijzelf?

Sacks zet het volk rond Aäron en de gemeenschap van Mozes naast elkaar. Hij beschrijft het volk, dat samen is vanwege een belofte naar vrijheid maar dat wezenlijk ontworteld is en zonder innerlijke samenhang. Dat volk raakt in een impasse door de afwezigheid van Mozes en verwordt tot een losse menigte, tot gepeupel dat zich om Aäron verzamelt en van hem eisen dat hij een god maakt die voor hen uit gaat. Ná die toestand met dat gouden kalf gaat Mozes voor de tweede maal de berg op, komt terug met de stenen tafelen en is het Mózes die de hele gemeenschap van Israël verzamelt in de geboden en opdracht van de Heer.

Mozes kent Gods woord maar kan niet zonder Aäron. Dat werd al duidelijk bij de brandende braamstruik. Aäron kan spreken en voorgaan maar kan dat niet zonder Mozes. Dat wordt hier aan de voet van de berg duidelijk. De vraag is wat doet het volk? Dat is de vraag die ik me steeds stel bij aandachtig aanwezig als gemeenschapslid: waar ben ik ontworteld en ontredderd en verzamel ik me voor een oplossing rondom Aäron, en waar open ik me voor Mozes met ‘de boodschap van God’ en biedt ik mijn talenten aan om deel uit te maken van de gemeenschap die Zijn huis bouwt?

Mariek de Jong

*) Voor een uitvoerige en boeiende uiteenzetting hierover zie hoofdstukken X en XI in ‘Exodus, boek van bevrijding’ van Jonathan Sacks. Dit boek is een deel uit de serie ‘Verbond en dialoog, joodse lezing van de Tora’, Uitgeverij Skandalon.

Aandachtig aanwezig VI

In de blik van de ander

Nu wordt het echt spannend: aandachtig aanwezig zijn in ons contact met andere mensen.
Als je met Lilla meegaat op haar stiltewandelingen zal ze instructies geven om aandachtig aanwezig te zijn in de natuur. Zet je zintuigen aan: hoor, zie, voel, ruik en proef als dat kan. God is immers overal en in alles; laat wat om je heen is bij je binnen komen. Tot hier toe is het nog wel te doen, dat beoefenen van aandachtige aanwezigheid. Alhoewel, als ik het aantal keren in ogenschouw neem dat mijn aandacht afdwaalt, blijkt wel hoe vreselijk moeilijk het voor mij is.

Een paar maanden geleden las ik een citaat van Merton dat mij niet loslaat. Sindsdien hebben deze oefeningen voor mij aan betekenis gewonnen. Merton zegt:
“In alle dingen is een onuitputtelijke tederheid en zuiverheid, een stilte die een bron is voor handelen en vreugde. Zij borrelt op uit een woordeloze vriendelijkheid en stroomt naar mij toe vanuit onzichtbare wortels van alles wat geschapen is. Ze verwelkomt mij liefdevol en groet mij met een onbeschrijflijke bescheidenheid.”

Dat is natuurlijk niet veel anders dan: God is overal en in alles. Maar het zegt mij zoveel meer. Hier lag voor mij een belangrijke uitdaging. Ik wilde immers wel een lieve oude mevrouw worden. Het duurde een aantal weken voordat ik begreep dat het niet zo is dat ikzélf tederder, vriendelijker of zuiverder hoef te worden dan dat ik ben, maar dat ik zou uitkijken naar de tederheid en zuiverheid in het andere en, meer nog  -en dáár wordt het spannend- in dé ander. De bedoeling is mij te richten op de tederheid in mijn medemensen. En dat ook nog in al hun hoedanigheden. In principe dan; als een streven dus. Misschien kun je soms het beste even een ommetje maken en misschien kan het in een voorkomend geval zelfs beter zijn om voorlopig of helemaal niet meer terug te komen. Als een streven dus.

Neem een voorbeeld aan Mozes toen God, na die toestand met dat gouden kalf, zo woedend was dat Hij vond dat Mozes Hem maar met rust moesten laten met Zijn alles verterende woede. Anders liep het niet goed af. Maar Mozes bleef en hij bleef zoeken naar ‘de zachtheid van het Aanschijn van God’ (Ex.32,11). Hoe ontroerend! Kijk naar Jezus die, tegen de heersende normen in, niet ophoudt te zoeken naar de zachtheid in tollenaars, farizeeën, Schriftgeleerden en alle andere zondaars. Over dit zoeken preekte Tineke Renkema vorig jaar september. Dat vertelde ze me toen ik dit onderwerp ter sprake bracht. Zij zei daarover:
“… het gaat erom onze liefde zo te laten groeien dat de grond waarop wij staan stevig genoeg is om ons met het verlorene in te laten en het daarom niet meer nodig hebben om ons af te keren”.

Ik verstond mijn les in dit alles. De les van: al doende leert men. De kunst van liefhebben ontstaat ín en dóór het liefhebben. Het werd de hoogste tijd dat ik begon met die zoektocht naar die woordeloze vriendelijkheid in de ander, opdat die onuitputtelijke tederheid en zuiverheid en stilte, vanuit die anderen naar míj zou toestromen. Nou, het lukte van geen kanten! Het tegendeel leek meer het geval met al die rappe automatismen en vanzelfsprekendheden die vaak samengaan met het alledaagse werk en de routineuze doelen van onze samenkomsten. Maar oké, dat begreep ik ook wel. Je moet niet meteen bij het moeilijkste beginnen. Die tederheid is overal: in de lucht, de bomen, het gras, een bloem op een vaas, een achtergelaten vest op een plaats waar die niet thuis hoort, een paard dat zijn hoofd schudt, een blaffende hond, een boze broer, het gezicht van een pasgeboren baby, de korte, knikkende groet die we met elkaar uitwisselen… in alles, ligt die onuitputtelijke tederheid en zuiverheid… Daar kon ik altijd en overal mee oefenen en dan zou ik wel met kleine beetjes verder komen, dacht ik.

Toen kreeg ik Grote Hulp. Ik werd al een tijdje (nu ik het erover heb, misschien wel net zo lang als door het citaat van Merton) aangetrokken door de icoon van Christus Pantocrator, in onze kapel. Nu niet direct het toonbeeld van vreugde en vriendelijkheid, maar stilte? Ja. En zuiverheid? Ja. Ik koos Hem voor de oefening ‘Je gezien weten door de Ene’*.

Hij is de Ander: de optelsom van alle mensen, door de eeuwen heen overal op aarde; maar Hij is ook: die ene individuele ander; de medemens die ik nu hier ontmoet. Stel je voor: Hij kijkt hier naar me, op het diepste punt van zijn lijdensweg, zoals toen Veronica zijn gezicht droogde met een doek. Stel je voor: Hij kijkt nu naar me, op een willekeurig moment tijdens zijn onderwijzingen en wat Hij zegt is speciaal voor mij bedoeld. Stel je voor: Hij ziet me niet eens, maar Hij ziet het geheel van Zijn missie waar ik slechts een hele kleine schakel in ben. Stel je niets voor en kijk toch naar Hem en zoek zijn tederheid, voor jouzelf, voor wat jij hier nu nodig hebt.

Ik kijk. Menig keer sla ik mijn ogen neer. Die neutrale blik waarin alles mag zijn zoals het is. Geen oordeel, geen voorkeur, geen afkeuring. Ik kan Hem niet behagen, niet tot wanhoop drijven. Enkel die vraag naar ‘wat is’. Soms keer ik naar binnen: ‘wat is er in mij?’ Soms blijf ik doelbewust kijken om te zien wat het me doet. Soms zoek ik een gebed of zomaar wat woorden of ik draai me van Hem af, zoek mijn weg in de kapel en kom later nog eens terug. Maar al te vaak, eigenlijk toch wel meestal, vergeet ik Hem en loop langs zonder op te zien.

Zo gaat het toch? Aandachtig aanwezig zijn in de blik van de Ene/de Ander blijkt niet veel anders te gaan dan aandachtig aanwezig zijn in de blik van die ene andere mens. Die blik waarvan Levinas al zei dat dáár de werkelijkheid in verscholen ligt. Mijn ‘spiegel’ waarin mij in waarheid verteld wordt wie ik ben… Die lieve oude mevrouw laat dus nog even op zich wachten…

Maar soms is daar opeens het moment, het kondigt zich niet aan, kan zomaar opeens ontstaan…  en dan dansen we in het aanschijn van die ene Ander die in ieder ander is.  

Mariek de Jong

*) Zie eerdere bijdragen van Aandachtig aanwezig deel 4 en deel 5

Licht aan het einde van de tunnel!

Moedig stroopte Jan Fransen, ons oudste en vitaal lid van onze gemeenschap, de mouw van zijn overhemd op om ‘de Prik’ te ondergaan. Als lid van de werkgroep PenC was ik speciaal uitgenodigd dit evenement van deze 97-jarige bij te wonen.

Jan vindt het belangrijk dat we hier allemaal weer een beetje hoop van krijgen. Dat het ‘prikken’ is begonnen. Want hoe langer de pandemie duurt hoe meer we verlangen weer samen te kunnen zijn, weer samen te kunnen bidden in onze kapel en eindelijk weer eens uitgebreid onze verre vrienden te kunnen ontmoeten en daarvan samen te genieten!

De lock-down brengt ons als geloofsgemeenschap behoorlijk uit ons doen nu we al zo lang niet samen kunnen komen met alle mensen die er in ons hart dragen en met wie we het samenzijn nu al zo lang moeten missen. We zien uit naar de nieuwe Bevrijdingsdag, verlost van het juk ‘corona’!

NB: en voor wie volgen: alle lof voor logistiek en comfort GGD priklocatie Eindhoven!