Waag het (Gods) Verbond te maken – Verbond maken

Dit is de eerste bijdrage over de vijfde regel: Waag het (Gods) Verbond te maken. De vorige bijdrage  kun je hier vinden.

Verbond maken

In onze gemeenschap leven we met een ‘leefregel’. Deze bestaat in feite uit vijf regels die als wegwijzers op onze weg staan, zowel als gemeenschap als op persoonlijk niveau.

De vijf regels zijn:

  1. Word wie/wat je bent
  2. Broederschap, durf het aan
  3. Ga je weg
  4. Ontdek je verantwoordelijkheid
  5. Waag het (Gods) verbond te maken.

Door het jaar heen belicht ik telkens een leefregel.  Bijgaande tekst is het eerste deel bij de regel: ‘Waag het (Gods) verbond te maken.‘

Ik las een chassidisch verhaal dat vertelt over een leerling van de grote Maggied uit Mezjritz. Hij bezocht zijn voormalige woonplaats en verlangde ernaar om de oude tsaddiek weer te zien, Rabbi Aharon. Hij klopte op diens venster en riep: ‘Aharon, doe open’. De Rabbi zat verdiept in zijn studie en toen hij het kloppen hoorde vroeg hij: ‘wie ben je?’ De leerling wist dat de Rabbi zijn stem zou herkennen en riep: ‘ik.’ Maar de Rabbi antwoordde niet en deed de deur niet open. De chassied klopte een tweede en een derde maal en riep toen: ‘Aharon, waarom wil je de deur niet voor me opendoen?’ Waarop de Rabbi antwoordde: ‘wie is bij machte ‘ik’ te zeggen? Alleen de Heilige Hij zij gezegend kan ‘Ik’ zeggen, maar anderen niet.’ Daarop zei de chassied: ‘als dat zo is dan heb ik bij mijn leraar nog niets geleerd!’ Hij draaide zich om en keerde terug naar Mezjritz.*

Ik ken een variant op dit verhaal, vanuit de soefitraditie. De leerling riep ‘ik’ en de Meester gaf het antwoord: ‘ga weg, er is hier geen plaats voor twee.’ Op een dag komt de leerling terug, klopt op de deur van de grote Meester en, op de vraag ‘wie ben je?’ zegt hij: ‘jij!’…. en de deur ging open.  

Wij nemen ons afgescheiden-zijn van elkaar veel gemakkelijker waar dan onze eenheid met elkaar. Dat is niet gek. We vallen als mens(heid) uit de Eenheid, worden geboren en komen wat versuft op deze aarde terecht. Noodzakelijkerwijs moeten we het verschil tussen ik en de ander leren kennen. Ofschoon de Eenheid waar we vandaan komen hier ver te zoeken is, duurt het jaren voordat we beseffen dat we op onszelf staan, los van anderen. Het is een revolutionair proces waarin we gaan beseffen dat de vinger, die we in onze babyhand geklemd houden, niet van ons is maar van een vrouw die zich onze moeder noemt -die alles van ons weet, veel meer dan we zelf weten- en dat we haar op een dag zullen verlaten. Onze fysieke gescheidenheid is een keiharde werkelijkheid. Met schade en schande worden we wijzer en leren we wat het allemaal aan verantwoordelijkheden en regels met zich meebrengt. En dat is goed en nodig want anders kwam er weinig terecht van ons aardse leven. We moeten een afzonderlijk ‘ik’ ontwikkelen om te gaan beseffen dat dit ‘ik’ ons in de weg staat en erger nog: niet eens bestaat. We zullen de symbiotische band met onze opvoeders los moeten laten om onze eenheid in God te leren kennen. Zonder ‘ik’ gaat dat niet, maar zo gauw ‘ik’ bén, moet het opgaan in ‘Jij’. Een hoogst verwarrende toestand.

En ook niet zomaar een stap. Nee, eerder een wereldreis; een levensweg; een waagstuk. Dat ‘ik-besef’ lijkt vaak nog wel te lukken maar gaan beseffen dat anderen niet tot mijn ‘ik’ behoren blijkt bijzonder pijnlijk te zijn. En dan ook nog ‘Jij’ gaan worden!? Oef! We geloven zo hard in ons ‘ik’. We werken er al zo lang en intensief aan en hebben er zoveel aan te danken; iedere dag weer…

En toch!

Simone Weil schrijft: ‘Ik zeggen is liegen’. En zij bidt: ‘Heer, ik ben enkel leugen. Leugen is niets dan enkel niets. Maak, Heer, dat geheel mijn ziel, alle delen van mijn ziel, en ook mijn lichaam, dit weten. Dat mijn ziel voor mijn lichaam en voor God alleen maar weze wat deze vulpen is voor mijn hand en voor het papier – middelaarster’.**

Weil legt de vinger op de zere plek. We zijn geen ‘ik’; we zijn niet eens uit één stuk. We zijn samengesteld uit vele losse delen; allemaal ‘ikken’ die elkaar nauwelijks verstaan en voortdurend tegenspreken. Weil spreekt in dit verband van ‘de natuurlijke vermogens van de ziel en het lichaam’. Al die delen zijn wat haar betreft ‘ondergeschikt aan de bovennatuurlijke liefde’. Dit aanvaarden is geloof, zegt zij.

In navolging van Plato definieert ze geloof verder als rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid is dan: de beoefening van die bovennatuurlijke liefde. Geen woorden maar daden dus. Of, zoals we dat zeggen: geloven is een werkwoord. Geloof is het onderwerpen van alle vermogens van de ziel aan die bovennatuurlijke liefde die we God mogen noemen. Verbond maken?

Ik begrijp het zo: God drukt zich uit. Dat doet Hij in ons en overal in de schepping. Hij drukt zich niet alleen uit maar Hij incarneert ook. Hij is dus overal ín Zijn schepping aanwezig; in alle schepsels. We kennen, bij momenten, de  gewaarwording van een grote liefde die in ons woont; groter dan we zelf zijn. In onze leefregel staat geschreven dat God keer op keer het Verbond met de mensen aangaat. Dit uitdrukken en incarneren lijkt me de manier waarop Hij dat doet. Van Zijn kant uit is dat Verbond er al. Wij daarentegen moeten het nog maken. Nadat we uit de eenheid vielen, in die vreemde, verwarrende gebeurtenissen rond onze geboorte, en nadat we geleerd hebben in een lichaam te leven, moeten we opnieuw de eenheid zoeken en het verbond aangaan. We moeten ons verbinden aan een bovenaardse liefde. De één lijkt wat verder uit de Eenheid gevallen dan de ander of in veel meer stukjes uiteen gebarsten te zijn, maar het zal allemaal niet echt veel schelen. Gezien vanuit de eeuwigheid doet dat er maar weinig toe denk ik, al doet dat niets af aan menselijk lijden dat eruit voort kan komen: eenzaamheid, verlatenheid, verscheurdheid, wanhoop; ieder krijgt zijn eigen deel. Allemaal moeten onze af gescheidenheid gaan kennen en ervaren. Dat is nodig om verbond te maken: de stukjes bij elkaar vegen en terugkeren naar huis. Op weg naar de Ene, de grote Geliefde.

Om met de woorden van Weil te spreken: geloof is pas geloof (handelen in gerechtigheid) als alle vermogens in de ziel dienstbaar zijn aan die bovennatuurlijke liefde (aan God). Ik vind haar uitleg over wat ‘geloof’ is best belangrijk want het geeft ons zicht op wat Verbond nu eigenlijk is. Ik bedoel van binnen, in ons. Ons ja-woord voldoet in de uiterlijke wereld, waar het geldig is, op papier gesteld wordt en ondertekend, maar wat vraagt het van ons, van binnen? Wat is het innerlijke Werk dat wij te doen hebben? Hoe máken wij dat Verbond?

Het geloof,’ zegt Weil, ‘is geen contact met God’. Want als dat zo was zou iedereen gelovig zijn en zou er geen ‘nacht van de ziel zijn’, geen schaduwen en onvolkomenheden. Geloof is ‘onderwerping van de delen die geen contact hebben met God aan het deel van de ziel dat wel contact heeft.’

Als alle delen van de ziel, al die ‘ikken’ die van alles weten en kunnen en zeggen en doen, zich ondergeschikt weten aan dat éne deel van de ziel dat contact heeft met die boven-natuurlijke liefde, dan is dát het Verbond. In dat contact is geen ‘ik’ maar is liefde/licht. Daar is de ‘Jij’ in wie ‘ik’ ben. Verbond is onze ondergeschiktheid daaraan aanvaarden. Ten diepste ben ik een ‘jij’.

Zo maken we Verbond: ondergeschiktheid aanvaarden van alle ‘ikken’ opdat ze met elkaar in overeenstemming komen. Alle ‘ikken’ dienend deel laten uitmaken van de waarachtige en bovennatuurlijke liefde. Dat is onze innerlijke arbeid. Zo maken we verbond: ons richten op dat ene deel van de ziel waar Licht is. Het deel van de ziel in mij, in jou, in een bloem, boom, huis, de aarde, het werk, de crisis, de gemeenschap… Daar waar het Licht is. De hele schepping is oefenschool en we kunnen ons hele leven over dit Werk doen. Steeds weer: in gehoorzaamheid en met volharding alle ‘ikken’ verzamelen en richten op het Licht. Dat is het werk van een gelovige. En als je geen licht ziet: in gehoorzaamheid en met volharding alle ‘ikken’ verzamelen en gericht houden op het Licht.  

Nu klop je aan bij een groot licht, groter dan jij, en er wordt gevraagd wie je bent. Wat zeg je dan?

Mariek

De serie ‘waag het Gods verbond te maken’ komt in drie vervolgafleveringen:
maken; wagen en Gods Verbond.

* Een vleugje paradijs, chassidische vertellingen rond de joodse hoogtijdagen. Samenstelling Eli Whitlau

** Simone Weil, Liefde is licht, religieuze teksten blz 230

Kerstlied van verre

Annieke van Dijk (1955) is lid van Gemeenschap De Hooge Berkt en organiseert namens Interserve retraites op de Hooge Berkt voor mensen die crosscultureel werk doen in binnen-of buitenland. Ze woonde van 1993 tot 2013 in Jordanië. De eerste jaren werkte ze als arts in het anNoor Sanatorium in Mafraq, daarna op een polikliniek voor vluchtelingen in Amman. Na een opleiding voor geestelijk begeleider in Engeland in 2006 is zij begonnen met het aanbieden van stilteretraites voor zendingswerkers en was zij actief betrokken bij het opzetten van een member care netwerk in Jordanië. In maart 2013 keerde Annieke terug naar Nederland.

Op weg naar Kerstmis

Een stille tijd op weg naar Kerst met deze nieuwe lockdown

Voorlopig geen vieringen, geen bijeenkomsten, niet samen eten en geen gasten… toch wordt het kerst. De krans staat in onze eetzaal en elke week brandt er een kaarsje meer op weg naar het feest van Kerst. Vandaag is het zondag de 4e advent.

Lockdown

In vervolg op de persconferentie van premier Rutte op 18 december hebben we helaas moeten besluiten om de gemeenschap met ingang van 19 december opnieuw te sluiten.

Dit houdt in:

  • De gasten die hadden gepland om te komen zijn tot nader bericht afgezegd.
  • Vanaf 19 december zijn alle gezamenlijke activiteiten in de Gulden Driehoek vervallen:
    • De liturgische vieringen worden volledig omgezet naar video en/of audio opnames, te volgen via de website.
    • De ontmoetingsruimte is gesloten
    • Er zijn geen gemeenschappelijke maaltijden

Het is een hard gelag, dat er opnieuw een lockdown nodig is. Het roept ons tegelijk ook op om te blijven zoeken naar mogelijkheden om iets te ondernemen voor of (kleinschalig) met elkaar.

We willen daar creatief in blijven; juist nu!

Luc. 1, 57 – 80

Je weerstand doorbreken, onszelf verliezen en ingaan op de uitnodiging

Vorige week zondag hebben we al gehoord dat Jezus volgens het evangelie van Marcus op weg is naar Jeruzalem en dat hij, ondanks het lijden dat hem te wachten staat, trouw wil blijven aan zijn roeping. Dat is geen gemakkelijke weg, maar wel een radicale keuze. Iets van die radicaliteit horen we nu in het evangelie van vandaag.

In het begin van het verhaal komt er een jongeman naar Jezus toe en vraagt: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? In die vraag hoor je een verlangen, een echt verlangen naar goed en rechtvaardig leven, of om het met de woorden van de eerste lezing te zeggen: een verlangen naar de geest van wijsheid die alles te boven gaat. Jezus geeft hem dan als antwoord de Tien Woorden, zoals Mozes die al heeft gegeven, en vooral wat hij moet doen tegenover zijn naaste: niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen enz.

Dat op zich is dus al een goede richting: dat je leert als een goed mens te leven, in de juiste verhouding tot je medemens en tot God. Maar de jongeman deed dit al en zoekt een weg verder. Op dat moment kijkt Jezus hem liefdevol aan en zegt:
Aan één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen al wat je bezit en geef hetaan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan terug om mij te volgen.

Jezus roept hem op tot een keuze: enerzijds alles los te laten wat hij bezat en anderzijds te leren delen in de goddelijke liefde, die Jezus zelf present stelde. Dat is inderdaad een radicale keuze, die niet zomaar voor iedereen geldt, maar die Jezus hier persoonlijk tegen deze man richt. Jammer genoeg gaat hij er niet op in, omdat hij veel bezittingen heeft.

Op die keuze gaat het evangelie verder, wanneer Jezus spreekt tot zijn leerlingen. De jongeman was rijk en kwam er niet toe om alles te verkopen. Hij was bezet, bezeten. Jezus laat nu horen: Wat is het toch moeilijk voor een rijke om binnen te gaan in het koninkrijk van God. Wat is dat toch? We kennen die ervaring wel. Als je rijk bent en veel geld hebt om allerlei dingen te kopen, heb je ook macht tegenover andere mensen en trek je gemakkelijk veel vrienden aan. Je staat in feite zelf in het centrum. Hoe anders is het, als je je leven laat bepalen door een ander, als je bereid bent iemand te volgen die je inspireert. Dan gaat het om andere waarden, zoals solidariteit, rechtvaardigheid of gemeenschap. Jezus wijst erop hoe moeilijk het is, ja bijna onmogelijk, zeker als je rijk bent, om op die roep in te kunnen gaan. Toch zijn er mensen die de roep horen, ook onder ons. Die los laten wat ze daar, elders, aan leven hebben opgebouwd en bereid zijn dat op te geven om te verhuizen hier naar toe, naar deze gemeenschap en de weg van de goddelijke liefde te gaan, met alle onzekerheid die dat meebrengt. Ik heb respect voor hen.

Die oproep om alles los te laten geldt niet alleen voor jongeren die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, of voor mensen die pas begonnen zijn de weg van Jezus te volgen. Die oproep wordt vandaag ook tot ons gericht, die al geraakt zijn door Jezus en begonnen zijn aan die weg van de liefde. Wat wordt er dan tot ons gezegd? Toen ik de oproep hoorde: Aan één ding ontbreekt het je nog, voelde ik eerst een weerstand. Wat moet ik nu weer loslaten, wat is er dat mij tegen houdt om die weg van Jezus verder te gaan? Dat is misschien niet zo radicaal en toch.

Ik denk concreet bijvoorbeeld aan de veranderingen binnen de gemeenschap vanwege een nieuwe structuur. We worden uitgenodigd mee te gaan in de nieuwe dagteams, maar er is ook weerstand om de goede band met iemand zomaar los te laten en weer nieuwe contacten met anderen te maken. Ik denk ook aan onze samenleving, met nieuwe bepalingen vanuit het klimaatakkoord. We zullen grote veranderingen meemaken, en moeten gaan kiezen voor minder gas in onze woning en minder benzine voor de auto. Om tot de juiste houding te komen wordt van ons gevraagd een omslag te maken in denken en doen.

Hoe dan ook, ik denk dat het mogelijk is om de weerstand te doorbreken, onszelf te verliezen en in te gaan op de uitnodiging. Als die jongeman in de ogen van Jezus had gekeken en de liefde gevoeld, had hij die stap misschien kunnen maken. Of zoals op het eind Petrus kon zeggen: Wij hebben toch maar alles achter gelaten. Bidden wij om die geest van wijsheid.

Bij de kerstkaart van 2021

Voor de kerstdagen 2021 en het nieuwe jaar 2022 wensen we je veel licht

Welkom op de speciale pagina bij onze kerstkaart 2021

Op de kaart die we dit jaar verzonden hebben wordt in korte berichtjes iets verteld over wat ons bezighoudt en wat ons inspireert. Op deze pagina staat wat meer achtergrondinformatie en waar dat kan wordt verwezen naar andere pagina’s op onze website.

Lockdown op De Hooge Berkt

Alles op slot.

Net zoals in de winter het leven tot schijnbare stilte komt om in het voorjaar weer voluit tot leven te komen. Zo is het misschien ook wel in onze gemeenschap. Ons praktisch samenleven is door de lockdown maatregelen tot een minimum/maximum teruggebracht. Daardoor lijkt het alsof er maar weinig gebeurt. Niets is minder waar. “Ondergronds” is er van alles in beweging in verlangen naar toekomst en nieuw betekenisvol leven voor de gemeenschap. We zien uit naar de lente!

Gemeenschap in beweging

We zijn een gemeenschap in beweging, onze voorzitter van het bestuur, Judi Wiepkema, schrijft daarover ook in haar kerstgroet.

Lees hier verder over de verschillende thema’s: Leefregel, Spiritualiteit, Groene gemeenschap, Actualiteit, Oecumene en ons aanbod op deze onderwerpen.

Onze kerstkaart

Gewoon je leven delen

Rapport over leefgemeenschappen

In 2021 heeft de vereniging van religieuze leefgemeenschappen (VRL) een onderzoek naar het veld van leefgemeenschappen in Nederland laten uitvoeren. Hoeveel van dit soort leefgemeenschappen zijn er? Wat voor mensen wonen er? Hoe zijn ze georganiseerd? Wat zijn hun uitdagingen?

De resultaten van dit onderzoek zijn gepresenteerd in het rapport ‘Wij delen gewoon ons leven’.

Als gemeenschap De Hooge Berkt zijn we vanaf het begin betrokken geweest bij dit netwerk van religieuze leefgemeenschappen. Wij hebben als gemeenschap ook meegedaan met dit onderzoek en delen het graag met geïnteresseerden. 

Luc. 1, 26 – 38

Je weerstand doorbreken, onszelf verliezen en ingaan op de uitnodiging

Vorige week zondag hebben we al gehoord dat Jezus volgens het evangelie van Marcus op weg is naar Jeruzalem en dat hij, ondanks het lijden dat hem te wachten staat, trouw wil blijven aan zijn roeping. Dat is geen gemakkelijke weg, maar wel een radicale keuze. Iets van die radicaliteit horen we nu in het evangelie van vandaag.

In het begin van het verhaal komt er een jongeman naar Jezus toe en vraagt: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? In die vraag hoor je een verlangen, een echt verlangen naar goed en rechtvaardig leven, of om het met de woorden van de eerste lezing te zeggen: een verlangen naar de geest van wijsheid die alles te boven gaat. Jezus geeft hem dan als antwoord de Tien Woorden, zoals Mozes die al heeft gegeven, en vooral wat hij moet doen tegenover zijn naaste: niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen enz.

Dat op zich is dus al een goede richting: dat je leert als een goed mens te leven, in de juiste verhouding tot je medemens en tot God. Maar de jongeman deed dit al en zoekt een weg verder. Op dat moment kijkt Jezus hem liefdevol aan en zegt:
Aan één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen al wat je bezit en geef hetaan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan terug om mij te volgen.

Jezus roept hem op tot een keuze: enerzijds alles los te laten wat hij bezat en anderzijds te leren delen in de goddelijke liefde, die Jezus zelf present stelde. Dat is inderdaad een radicale keuze, die niet zomaar voor iedereen geldt, maar die Jezus hier persoonlijk tegen deze man richt. Jammer genoeg gaat hij er niet op in, omdat hij veel bezittingen heeft.

Op die keuze gaat het evangelie verder, wanneer Jezus spreekt tot zijn leerlingen. De jongeman was rijk en kwam er niet toe om alles te verkopen. Hij was bezet, bezeten. Jezus laat nu horen: Wat is het toch moeilijk voor een rijke om binnen te gaan in het koninkrijk van God. Wat is dat toch? We kennen die ervaring wel. Als je rijk bent en veel geld hebt om allerlei dingen te kopen, heb je ook macht tegenover andere mensen en trek je gemakkelijk veel vrienden aan. Je staat in feite zelf in het centrum. Hoe anders is het, als je je leven laat bepalen door een ander, als je bereid bent iemand te volgen die je inspireert. Dan gaat het om andere waarden, zoals solidariteit, rechtvaardigheid of gemeenschap. Jezus wijst erop hoe moeilijk het is, ja bijna onmogelijk, zeker als je rijk bent, om op die roep in te kunnen gaan. Toch zijn er mensen die de roep horen, ook onder ons. Die los laten wat ze daar, elders, aan leven hebben opgebouwd en bereid zijn dat op te geven om te verhuizen hier naar toe, naar deze gemeenschap en de weg van de goddelijke liefde te gaan, met alle onzekerheid die dat meebrengt. Ik heb respect voor hen.

Die oproep om alles los te laten geldt niet alleen voor jongeren die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, of voor mensen die pas begonnen zijn de weg van Jezus te volgen. Die oproep wordt vandaag ook tot ons gericht, die al geraakt zijn door Jezus en begonnen zijn aan die weg van de liefde. Wat wordt er dan tot ons gezegd? Toen ik de oproep hoorde: Aan één ding ontbreekt het je nog, voelde ik eerst een weerstand. Wat moet ik nu weer loslaten, wat is er dat mij tegen houdt om die weg van Jezus verder te gaan? Dat is misschien niet zo radicaal en toch.

Ik denk concreet bijvoorbeeld aan de veranderingen binnen de gemeenschap vanwege een nieuwe structuur. We worden uitgenodigd mee te gaan in de nieuwe dagteams, maar er is ook weerstand om de goede band met iemand zomaar los te laten en weer nieuwe contacten met anderen te maken. Ik denk ook aan onze samenleving, met nieuwe bepalingen vanuit het klimaatakkoord. We zullen grote veranderingen meemaken, en moeten gaan kiezen voor minder gas in onze woning en minder benzine voor de auto. Om tot de juiste houding te komen wordt van ons gevraagd een omslag te maken in denken en doen.

Hoe dan ook, ik denk dat het mogelijk is om de weerstand te doorbreken, onszelf te verliezen en in te gaan op de uitnodiging. Als die jongeman in de ogen van Jezus had gekeken en de liefde gevoeld, had hij die stap misschien kunnen maken. Of zoals op het eind Petrus kon zeggen: Wij hebben toch maar alles achter gelaten. Bidden wij om die geest van wijsheid.

Corona update 28 november

Aan al onze vrienden, gasten en belangstellenden

Ondanks de nieuwe beperkende maatregelen blijft een beperkt aantal gasten welkom in ons midden. Zoals altijd in overleg met de gastvrouwen van onze “gastenontvangst”. Vragen hierover bij voorkeur via de mail gastenontvangst@hoogeberkt.nl.

Er zijn voor gasten en de eigen mensen de volgende regels afgesproken:

  1. we houden ons aan de bekende basisregels,

  2. we dragen mondkapjes in de gemeenschappelijke ruimtes als we lopen,

  3. we ontsmetten onze handen bij binnenkomst en vertrek uit de gemeenschappelijke ruimtes,

  4. alle activiteiten na 17.00 uur vervallen behalve de avondmaaltijd met de gasten, een enkele bewoner en de keukenploeg van het dagteam,

  5. bij gasten wordt de QR-code gecontroleerd en gevraagd om een negatieve zelftest voor hun komst.

Met de nieuwe maatregelen worden de adventsweken weer meer verstilde tijd waarin we met het adventsthema van dit jaar toch actief en hoopvol blijven ‘Uitzien naar toekomst, met Hem!’