Broederschap, wees er niet bang voor

Relatie staat centraal

In onze stuurgroep Spiritualiteit merkte iemand op dat wij m.b.t. broederschap, uitgaan van de gebroeders Kaïn en Abel. Zo immers is het vastgelegd in onze leefregel. Hij wilde echter onze aandacht vestigen op Aäron en Mozes die eveneens broeders zijn en dat op een wijze waar wij een voorbeeld aan kunnen nemen. Het is zonder meer een kwestie die om aandacht vraagt. Het verschil is dat Aäron en Mozes broederschap áángaan waar Kaïn en Abel die stap niet zetten, niet aandurven. Nog niet. Waar zijn zij bang voor?

Daar stonden zij beide, alleen, als kinderen van hun uit het paradijs verdreven ouders. In al hun verscheidenheid zochten ze hun weg. Kaïn werd landbouwer en werkte op land waar hij zich gevestigd had. Abel werd een man van het veld. Als herder zwierf hij met zijn vee rond in de wildernis. Zo verschillend als zij waren, zo verschillend hielden ze zichzelf in deze wereld in leven. Hoe bar de omstandigheden ook mogen zijn, dat leven is het laatste dat je wil verliezen. Die ervaren noodzaak tot zelfbehoud kan je bang maken voor de zo andere ander.

Mozes en Aäron zijn evenzogoed heel verschillend van elkaar. In hun gezamenlijkheid, in hun relatie, verschillen zij van Kaïn en Abel. Zij erkennen hun verschillen en, wat belangrijker is, zij werken samen aan een opdracht die hen gegeven werd. Nadat God Mozes geroepen had om het volk uit Egypte weg te leiden, en Mozes terugschrok van die opdracht, gebood Hij Mozes om Aäron de hulp te vragen die hij nodig had. Zo gingen ze samen op weg, ontdekten zij hun verantwoordelijkheid en waagden het verbond te maken. Met het gouden kalf ging het helemaal de mist in maar hervatten daarna toch hun gezamenlijke weg naar het beloofde land. Ze durfden het aan met elkaar.   

Geschapen naar het evenbeeld van God zijn wij allemaal. Daarmee zijn alle mensen broer en zus van elkaar; kinderen van God. Dat betekent dat ook Poetin onze broeder is. Helaas ja, net als vele anderen die we liever niet tegenkomen. Laat staan dat we broederschap met hen aangaan of erger nog: onder ogen willen zien dat we zélf, op soortgelijke mensonterende wijze, broeder zouden kunnen zijn van onze medemens. Wie zouden wij zijn als inwoner van Aleppo, wie zouden we verraden in de martelkamer en hoe zouden we geworden zijn als deelnemer in de beweging van de Hitlerjugend of door onze ouders verkocht aan een kinderleger? Hoe diep kan de afgrond tussen ons zijn en hoe gegrond de reden om bang te zijn voor de broederschap die ons gegeven is.   

Als gemeenschap zijn wij een broederschap, niet omdat we elkaars broeder zijn en anderen niet, maar omdat we die broederschap áán willen gaan. Bang of niet. Dat aangaan doen we niet omdat we zoveel meer lef hebben dan onze andere broeders waar ook ter wereld, maar omdat we elkaar net zo hard nodig hebben als Mozes Aäron nodig heeft. Het is om dat wat we van het leven willen. Het is omdat we het leven als zodanig niet aanvaarden maar er iets in zoeken dat we niet zien of misschien ooit wel zagen maar dat steeds weer uit ons zicht verdwijnt. Omdat we geloven in de droom van vrede op aarde; omdat we, als Mozes en Aäron, op weg willen gaan naar dat beloofde land. Dat brengt de noodzakelijk om broederschap aan te gaan met wie weet wel een soort van Poetin onder ons. Dit is wat er is en daarmee zullen we het moeten doen.  

Zo staat geschreven: ‘Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen op te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen’.  Lucas 5:32.  

Als dit het is waar we het mee moeten doen wordt niemand, niet ik of iemand anders, niet Mozes of Aäron, het centrum van alles, maar wordt onze relatie dat. Dat wil zeggen: die lege ruimte tussen ons in. Dat is de broederschap. Dat geldt voor al de ruimte tussen ons als personen en ook voor de ruimte tussen ons en de andere schepsels waar we de aarde mee bewonen. Het heeft m.i. ook betrekking op de gelaagdheid waaruit we zijn opgebouwd. Niet de Goddelijke wereld van vrijheid en oneindigheid staat centraal en evenmin het geestelijke bewustzijn en mentale know-how van onze menselijke wereld of de materialiteit van de zichtbare, fysieke wereld. Ook hier gaat het om de lege ruimtes ertussen in, de onderlinge verhouding en samenwerking van deze dimensies. Alles is met alles verbonden. Het aangaan van relatie, broederschap, geeft ons kansen op vrede en toekomst. Een belangrijk inzicht ten tijde van onze doortocht*. Het gaat altijd om relatie en in relatie gaat het altijd om liefde. Als er werkelijk relatie is, is er liefde.  

Pannikar betoogt dat de grootste ketterij van deze tijd is dat we kennis en liefde van elkaar gescheiden hebben waar communie (relatie) juist centraal moet staan. Om te realiseren hoe verstrekkend dat is:

Je kunt God niet liefhebben zonder de naaste lief te hebben, noch de naaste zonder God lief te hebben. Maar je kunt God noch de naaste liefhebben zonder ze te kennen, en je kunt ze niet kennen zonder in communie met hen te treden.’**

Onze betweterigheid opgeven en ons richten op relatie, waarachtige liefde, dat zal de inzet  op onze doortocht zijn. In een You-Tube filmpje hoorde ik Nikolaas Sintobin in alle eenvoud zijn geloofservaring terugbrengen tot haar essentie. Hij zegt daar:

‘… Wat gebeurt er daar? Moeten wij niet ingrijpen?
De confrontatie leidt tot strijd.
Het verlangen is er: houd van mij… houd van mij!’***

 Is het voorstelbaar dat we met deze bede indachtig in broederschap onze doortocht maken? Of een oorlog beslechten?

Of helpt het te contempleren op de meer gedetailleerde formulering van Pannikar?

‘… zijn liefde roept mij op om met mijn eigen liefde te antwoorden, zij het op onvolmaakte wijze… De eenheid met God vindt haar meest volmaakte uitdrukking in gemeenschap van liefde, en vooral in de communie van personen. God is een ‘Ik’ die mij roept en me ‘jij’ zegt en die, door mij te roepen, me mijn ziel en mijn liefde schenkt, dit wil zeggen mijn eigen mogelijkheid om hem te antwoorden.’****

Hoe dan ook: zo gesteld kunnen we geen andere kant op dan het volgen van onze leefregel: broederschap, wees er niet bang voor.  

Vanuit ’t Verdiep, Mariek

*) Onze gemeenschap richt zich momenteel expliciet op de toekomst en wat er nodig is om die transitie te voltrekken. Overeenkomstig Bijbelse termen in het boek Exodus wordt deze fase de Doortocht genoemd.
**) Marc van Tente: Vensters op het mysterie, een pelgrimstocht met Raimon Pannikar. Blz 24
***) Nikolaas Sintobin sj te gast in “Geloofshelden”
****) Marc van Tente: Vensters op het mysterie, een pelgrimstocht met Raimon Pannikar. Blz. 50

Succesvol waterproject

Gemeenschap De Hooge Berkt is vriendschaps-donateur van de Stichting Humanitaire Hulp Syrië* (SHHS) en ondersteunt hiermee hulpprojecten in Syrië van deze stichting. Met onze bijdrage leveren we hoop, een druppel op de gloeiende plaat misschien, maar elke donatie gaat één op één naar dit goede doel voor steun en wederopbouw.

We zijn bijna verdoofd door wat er in de Oekraïne gebeurt, maar Syrië heeft onze hulp ook zo hard nodig. Voor degene die het project nog niet kennen onze diaconie is betrokken bij een project van SHHS, een project van hoop in de buurt van de zwaar getroffen streek rondom Aleppo.

Marieke van Schaik, directeur van het Rode Kruis in Nederland, bevestigde nog deze maand in de media dat 90 % van de mensen in Syrië onder de armoedegrens leeft, zo ook vaak verstoken van schoon drinkwater. Veertien miljoen mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden en zijn afhankelijk van hulp. De extreme droogte van dit moment is funest, stuwmeren staan leeg, water-infrastructuur is vernietigd en nog niet hersteld.

Het eerste waterproject van SHHS (nl) zorgde dat New Start (uitvoerde organisatie) in Syrië projecten kan uitvoeren. Wij kunnen het ons niet voorstellen dat er al tijden geen water meer uit de kraan komt!  Nee, er is zelfs vaak helemaal geen schoon drinkwater! SHHS, gesteund door de Hooge Berkt, heeft geïnvesteerd in een drinkwaterproject in SWAIHA, met toepassing van zonnepanelen ook nog! Er is een opzichter/bewaker aangesteld om de waterproductie te verzekeren. De gezinnen in het dorp krijgen nu weer gratis schoon drinkwater, je kunt je voorstellen wat dit met je doet!

Via onze steun komen er wellicht ook meer projecten van de grond.

We wilden jullie dit gewoon eens onder de aandacht brengen, van moedige mensen die bergen verzetten en ieder dubbeltje goed weten te besteden! Trui Bolscher komt dit najaar weer naar de Hooge Berkt om verslag te doen.

Doneren kan via onze collecte na de zomer of steun:
Stichting Humanitaire Hulp Syrië NL33 TRIO 0781 3627 68

Werkgroep Diaconie Hooge Berkt

*) Deze tekst is een gedeelte uit het verslag van SHHS van maart 2022.

10 jaar Groene Kerken

Over geloof en een hoop zonnepanelen;
Naar een duurzame, groene geloofsgemeenschap

De GroeneKerken bestaan 10 jaar en dat vieren wij mee.  

Hoe bijzonder is het dat in de afgelopen jaren al bijna 400 kerken zich, net al wij, bij het netwerk van groene kerken hebben aangesloten, van protestants en katholiek tot gereformeerd en evangelisch. Ook zijn er vijftien groene moskeeën en een groene Joodse sjoel.

De Hooge Berkt is ondertussen al vijf jaar lid van dit netwerk. Als gemeenschap proberen we daar waar we kunnen een groene gemeenschap te zijn en de groene keuzes te maken bij alles wat we doen: afval scheiden, biologische schoonmaakmiddelen, groen tuinieren, groen bouwen, groene energie en zonnepanelen, waterbeheer en de maaltijden die we bereiden.   

We waren blij verrast met het bericht dat we kregen dat we als lid van het netwerk van de GroeneKerken het jubileumboek dat Kees Posthumus geschreven heeft cadeau zullen krijgen. Zie het onderstaande bericht uit de brief van het GroeneKerken team:


10-jarig jubileum vol verhalen

Ter ere van het 10-jarig jubileum, verzamelde theatermaker en journalist Kees Posthumus verhalen van kerken en geloofsgemeenschappen die duurzame stappen zetten.
In het boek Geloof en een hoop zonnepanelen zijn deze verhalen gebundeld, en aangevuld met interviews, prachtige verhalen en gedichten over Gods Schepping, passende liederen, gebeden en recepten en grappige cartoons van Martijn Cornelissen. Het boek schetst een beeld van kerken die in beweging willen komen voor Gods schepping en geeft kerken en kerkleden handvatten om zelf stappen te zetten. 

Op 30 juni verschijnt het boek Geloof en een hoop zonnepanelen, waarmee je als lezer wordt gestimuleerd om je eigen leven, en dat van je kerk of geloofsgemeenschap, te verduurzamen.

Cadeau voor jouw groene kerk
We bieden jullie als groene kerk graag dit boek aan. Als cadeau. Om jou en jouw kerk te helpen in jullie zoektocht naar een meer duurzame manier van leven. Want wie gelooft in een scheppende God, wil voor de prachtige schepping zorgen en deze bewaren. Maar hoe doe je dat als kerk? Hoe houd je duurzaam leven vol? En hoe blijf je, samen, geïnspireerd? Dit boek prikkelt en inspireert en brengt jullie verder.
Bij de druk van het boek hebben we gebruikgemaakt van papier waarvan het zeker is dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.

Voor wie in kerk, werkgroep of gemeenschap aandacht wil besteden aan geloof en duurzaamheid kan een beroep doen op Kees Posthumus. Hij komt graag langs om verhalen te vertellen, samen te koken en in gesprek te gaan. Je kunt zijn voorstelling, tegen een vergoeding, boeken via kees.posthumus@planet.nl

Geloof en een hoop zonnepanelen van Kees Posthumus is een praktisch boek om je eigen leven én je kerk te verduurzamen. Overal in Nederlandse kerken zijn mensen op zoek naar een meer duurzame manier van leven.

Want wie gelooft in een scheppende God, wil voor de prachtige schepping zorgen en deze bewaren als een kostbaar geschenk voor volgende generaties, ter ere van de Schepper.

De weg naar een duurzame wereld vraagt om een lange adem, om theologie en inspiratie, en om navolgbare voorbeelden. In dit boek vind je het allemaal, in de vorm van reportages en interviews, recepten en verhalen, gebeden en praktische tips. Met illustraties van Martijn Cornelissen.

Geloof en een hoop zonnepanelen
Naar een duurzame, groene geloofsgemeenschap

Kees Posthumus
Kokboekencentrum
EAN 9789043538176
Bindwijze: paperback
160 pagina’s
€ 17,50

Op bezoek in Klooster Nieuw Sion

Nieuwe wegen
In veel (katholieke) geloofsgemeenschappen zoeken mensen naar nieuwe wegen. Om van waarde te zijn voor de ander, om spiritualiteit vorm te geven, en anderen zich verbonden te laten voelen met de gemeenschap. Dit vraagt veel creativiteit van parochies, leefgemeenschappen en andere organisaties. Hoe kun je een vitale gemeenschap blijven of worden? Hoe kun je mensen ruimte bieden om Gods liefde te ervaren? Het is een zoektocht die vraagt om experimenteren en innoveren. Vanuit haar eigen missie en visie vindt Porticus het belangrijk dat dit gebeurt en met Space for Grace wil zij deze zoektocht ondersteunen.

In de afgelopen drie jaar waren er een dertigtal groepen die aan vitalisering hebben gewerkt met ondersteuning van Space for Grace.

Ontmoetingsdag
Vrijdag 17 juni organiseerde Space for Grace een uitwisselingsdag voor (kerk-)vernieuwers, geïnteresseerden, en oud-deelnemers aan het programma van Space for Grace.

Net als andere geloof- en leefgemeenschappen waren wij als Gemeenschap De Hooge Berkt voor deze bijeenkomst uitgenodigd. Twee van onze leden, Jules en Hans van Dijk, reisden af naar Diepenveen en bezochten deze dag die gehouden werd in het prachtige klooster Nieuw Sion, een oud klooster met een nieuwe bestemming.

Tijdens de bijeenkomst op Nieuw Sion werd stilgestaan bij die initiatieven die kansrijk zijn maar ook de mislukkingen werden genoemd. Duidelijk werd dat het tijd kost om succesvol te vitaliseren. Het was een prima dag om te netwerken en ervaringen uit te wisselen.

Opvallend was dat wij denken dat Gemeenschap De Hooge Berkt met haar 55 jarig bestaan wel bij iedereen bekend zal zijn, maar dat was dus niet zo. Slecht een enkeling had wel eens wat van De Hooge Berkt gehoord. Daar is dus nog werk te doen als we meer mensen willen bereiken en bekend willen maken met De Hooge Berkt als leefgemeenschap

Aan het einde van de dag keek theoloog en lekendominicaan Eric Borgman op deze Publieksdag terug met de opmerking: “Dit is de kerk van nu! En dat is een zooitje! Laat achter je de nostalgie en keer je tot: dit is het, en het is niet anders.”

Een andere mooie uitspraak deze dag was: ”We doen het niet omdat het moet, maar omdat het ons vreugde geeft.”

Broeder Joost Jansen van de abdij van Berne schreef een mooie terugblik op de dag.

Lees hier de terugblik van Broeder Joost.

Luc. 8, 26 – 39

Je weerstand doorbreken, onszelf verliezen en ingaan op de uitnodiging

Vorige week zondag hebben we al gehoord dat Jezus volgens het evangelie van Marcus op weg is naar Jeruzalem en dat hij, ondanks het lijden dat hem te wachten staat, trouw wil blijven aan zijn roeping. Dat is geen gemakkelijke weg, maar wel een radicale keuze. Iets van die radicaliteit horen we nu in het evangelie van vandaag.

In het begin van het verhaal komt er een jongeman naar Jezus toe en vraagt: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? In die vraag hoor je een verlangen, een echt verlangen naar goed en rechtvaardig leven, of om het met de woorden van de eerste lezing te zeggen: een verlangen naar de geest van wijsheid die alles te boven gaat. Jezus geeft hem dan als antwoord de Tien Woorden, zoals Mozes die al heeft gegeven, en vooral wat hij moet doen tegenover zijn naaste: niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen enz.

Dat op zich is dus al een goede richting: dat je leert als een goed mens te leven, in de juiste verhouding tot je medemens en tot God. Maar de jongeman deed dit al en zoekt een weg verder. Op dat moment kijkt Jezus hem liefdevol aan en zegt:
Aan één ding ontbreekt het je nog: ga verkopen al wat je bezit en geef hetaan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan terug om mij te volgen.

Jezus roept hem op tot een keuze: enerzijds alles los te laten wat hij bezat en anderzijds te leren delen in de goddelijke liefde, die Jezus zelf present stelde. Dat is inderdaad een radicale keuze, die niet zomaar voor iedereen geldt, maar die Jezus hier persoonlijk tegen deze man richt. Jammer genoeg gaat hij er niet op in, omdat hij veel bezittingen heeft.

Op die keuze gaat het evangelie verder, wanneer Jezus spreekt tot zijn leerlingen. De jongeman was rijk en kwam er niet toe om alles te verkopen. Hij was bezet, bezeten. Jezus laat nu horen: Wat is het toch moeilijk voor een rijke om binnen te gaan in het koninkrijk van God. Wat is dat toch? We kennen die ervaring wel. Als je rijk bent en veel geld hebt om allerlei dingen te kopen, heb je ook macht tegenover andere mensen en trek je gemakkelijk veel vrienden aan. Je staat in feite zelf in het centrum. Hoe anders is het, als je je leven laat bepalen door een ander, als je bereid bent iemand te volgen die je inspireert. Dan gaat het om andere waarden, zoals solidariteit, rechtvaardigheid of gemeenschap. Jezus wijst erop hoe moeilijk het is, ja bijna onmogelijk, zeker als je rijk bent, om op die roep in te kunnen gaan. Toch zijn er mensen die de roep horen, ook onder ons. Die los laten wat ze daar, elders, aan leven hebben opgebouwd en bereid zijn dat op te geven om te verhuizen hier naar toe, naar deze gemeenschap en de weg van de goddelijke liefde te gaan, met alle onzekerheid die dat meebrengt. Ik heb respect voor hen.

Die oproep om alles los te laten geldt niet alleen voor jongeren die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, of voor mensen die pas begonnen zijn de weg van Jezus te volgen. Die oproep wordt vandaag ook tot ons gericht, die al geraakt zijn door Jezus en begonnen zijn aan die weg van de liefde. Wat wordt er dan tot ons gezegd? Toen ik de oproep hoorde: Aan één ding ontbreekt het je nog, voelde ik eerst een weerstand. Wat moet ik nu weer loslaten, wat is er dat mij tegen houdt om die weg van Jezus verder te gaan? Dat is misschien niet zo radicaal en toch.

Ik denk concreet bijvoorbeeld aan de veranderingen binnen de gemeenschap vanwege een nieuwe structuur. We worden uitgenodigd mee te gaan in de nieuwe dagteams, maar er is ook weerstand om de goede band met iemand zomaar los te laten en weer nieuwe contacten met anderen te maken. Ik denk ook aan onze samenleving, met nieuwe bepalingen vanuit het klimaatakkoord. We zullen grote veranderingen meemaken, en moeten gaan kiezen voor minder gas in onze woning en minder benzine voor de auto. Om tot de juiste houding te komen wordt van ons gevraagd een omslag te maken in denken en doen.

Hoe dan ook, ik denk dat het mogelijk is om de weerstand te doorbreken, onszelf te verliezen en in te gaan op de uitnodiging. Als die jongeman in de ogen van Jezus had gekeken en de liefde gevoeld, had hij die stap misschien kunnen maken. Of zoals op het eind Petrus kon zeggen: Wij hebben toch maar alles achter gelaten. Bidden wij om die geest van wijsheid.

Afscheid en welkom

Tijdens het pinksterweekend werd hartelijk afscheid genomen van Hans van Dijk als interim penningmeester en was er een warm welkom aan Theo van Bakel als nieuwe penningmeester in het bestuur van de gemeenschap.

Ter gelegenheid van deze wisseling van de wacht een terugblik en vooruitblik van deze beide penningmeesters.

Hans van Dijk – terugblik

Het was me het jaartje wel. 

Toen ik met Pinksteren 2021 in het bestuur kwam als interim penningmeester, kon ik gelijk aan de bak omdat er door omstandigheden allerlei zaken waren blijven liggen. Maar ik zal u niet vermoeien met alle ins en outs, regelgeving, testamentaire zaken, belastingkwesties en juridische haarkloverijen.

Het penningmeesterschap was wat betreft de centen een eitje. Een keurig op orde zijnde boekhouding en een prompte maandelijkse rapportage zorgde er voor dat er inzicht was over het reilen en zeilen van de gemeenschap op het financiële vlak. Door onderbezetting van onze panden was al het besluit genomen dat HB 25a in de verkoop zou gaan. Dat was dus een van mijn eerste taken, de afloop is bekend.
Het afnemend ledental maakte bezinning op onze toekomst urgent. Door het bestuur is die bezinning het afgelopen jaar ingezet en zo langzamerhand is een ieder er wel van overtuigd dat een koerswijziging nodig is om onze missie ook in de toekomst te kunnen leven. Dat valt natuurlijk niet mee, een mammoettanker zul je heel bijtijds moeten bijsturen om in de juiste haven te komen.  Zo is het ook met de gemeenschap. Gelukkig hebben we goede stuurlui die niet aan wal staan, maar volop mee varen en die de bemanning raadplegen bij alles wat zich kan voordoen, in de machinekamer, in de kombuis of waar dan ook.

We zijn dus onderweg, op “doortocht”. Mijn taak als penningmeester zit er op en is overgenomen door Theo die nu mede het stuurrad in handen heeft.

Theo van Bakel – vooruitblik

Onze gemeenschap is gestart met een noodzakelijk verandertraject, wij noemen dit de “Doortocht”. Het gaat om een fundamentele herbezinning op wie wij ten diepste willen zijn en welke consequenties wij hieraan verbinden op thema’s zoals cultuur, spiritualiteit, hoe we kunnen groeien en welke huisvesting en organisatie hiervoor nodig zijn.

Dit getuigt voor mij van een moedige en vitale gemeenschap en daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren als nieuwe penningmeester, kome wat komt!  

Theo (links) en Hans (rechts)

Gedachteniskapel Ben Leferink

Antoinette Zoontjens, lid van onze gemeenschap, bezocht op 2e pinksterdag de expositie “Feniks, uit de as herrezen, van afval naar kunst” georganiseerd door Stichting Vaart in Valkenswaard.

Zij schrijft over haar bezoek aan de tentoonstelling het volgende:

Het onderwerp van de tentoonstelling: “Van afval naar kunst” sprak mij in het kader van onze inzet als Groene gemeenschap uiteraard aan.  Maar… ik werd vooral verrast door een heel bijzonder herdenkingsplekje voor Ben Leferink (1946-2020) die men op deze tentoonstelling voor hem gemaakt had.

Ben Leferink, die tot zijn overlijden lid was van onze gemeenschap, was ook actief betrokken bij Stichting Vaart. Hij deed zelf ook altijd als kunstenaar mee aan de exposities die door Stichting Vaart georganiseerd werden en richtte dan zijn eigen tuin in als expositieruimte met eigen werk en gedichten. 

Ben had veel kruisbeelden verzameld en met deze kruisbeelden is ter nagedachtenis aan Ben door de andere kunstenaars een herdenkingskapel ingericht. Ben zou blij verrast zijn geweest bij met dit eerbetoon dat zo helemaal in zijn stijl is opgepakt.  

De rondleiding door Ad Baltussen, eigenaar van het terrein waar de tentoonstelling plaatsvond was hartverwarmend.  De tentoonstelling gaf mij inspiratie voor onze eigen tuin in relatie met ons verlangen om een groene gemeenschap te zijn.

Antoinette

Expositie Feniks

18 Kunstenaars uit de groep van de Valkenswaardse kunstenaars exposeerden  met werk gemaakt van afvalmateriaal. Website Stichting Vaart

Feniks 

Het idee om uit afval schoonheid te scheppen was het onderliggende idee bij het thema: “Feniks uit de as herrezen”. Veel kunstenaars hebben zich laten inspireren door deze positieve instelling en hebben op vele manieren laten zien dat kunst en schoonheid bijna letterlijk voor het oprapen liggen. 

Als je het maar ziet…

VA lkenswaard ART

Stichting VAART stelt zich ten doel het kunstklimaat in Valkenswaard voor beeldend kunstenaars te verbeteren.  De stichting wil opkomen voor de belangen van: schilders, beeldhouwers, edelsmeden, keramisten, fotografen, glaskunstenaars etc. Met name door het initiëren van activiteiten, het ondersteunen en begeleiden van initiatieven in het algemeen en van individuele kunstenaars. Ook het leggen en versterken van onderlinge contacten is een doel. Tevens wil het de kunstenaars en de kunstliefhebbers met elkaar in contact brengen.

Ben Leferink bij het kunstwerk dat hij maakte voor onze gemeenschap

Word wie je bent III

3. Worden wie wij zijn

Als het gaat om wie of wat wij samen in gemeenschap de Hooge Berkt zijn, onze gemeenschappelijke identiteit, dan zullen we het erover eens zijn dat we allereerst ‘christen zijn’. Christelijk leven concreet maken is waar onze missie naar verwijst.

Dat ‘christen-zijn’ kan betekenen dat we de historische Jezus volgen of de christelijke dogma’s aanhangen. Maar in dat geval is het niet zozeer een ‘identiteit’ maar meer een gedragscode of een bepaalde overtuiging. Als ‘identiteit’ betekent het dat we de ervaring van Jezus als de Christus zelf meemaken, in de diepte van ons bestaan, in een contemplatieve levenshouding.

Pannikar, waar ik eerder over sprak*, benadrukt daarbij steeds dat Jezus, de profeet uit Nazareth, niet samenvalt met Christus. ’Christus,’ zegt hij, ‘is de naam die christenen geven aan het Mysterie dat zij in en door Jezus ontdekt hebben’. De Christus overstijgt de figuur van Jezus en werd al lang vóór Jezus en buiten zijn invloedsfeer gekend. Pannikar verdiept zich daarom uitvoerig in de identiteit van Jezus en onderzoekt daarin zijn persoonlijke ervaring van het Mysterie. Daarover zegt hij o.a.:

De ervaring van Jezus was niet dat hij een man was, of jood, nog minder christen, lid van een klasse, van een kaste, van een partij of religie – maar dat hij méns was, mensenzoon. Dat was zijn kenosis (ontlediging). Zo kon hij ons aanspreken vanuit de diepte van onze echte menselijkheid, hoe we de ware kern benoemen van wat we werkelijk zijn. Paradoxaal blijkt dat, hoe meer we ons ontdoen van om het even welke kentrek of rol, hoe meer we onszelf worden en onszelf ontdekken als helemaal mens en steeds meer goddelijk’.**

Daarmee mag duidelijk zijn dat ons ‘christen-zijn’ niet verwijst naar ons lidmaatschap van een christelijke kerk of gemeenschap maar direct verwijst naar onze persoonlijke ervaring van ‘mens-zijn’. Het betekent dat we in de kern van ons menselijke zijn de ervaring kennen die Jezus als de Christus had. In die kern zijn wij: Mariek als de Christus, Marjan als de Christus enz. Daar zijn we ‘evenbeeld van God’. De ervaring dat dit waar is (wat we ommekeer of bekering noemen) maakt ons tot christen en doet ons tegelijkertijd, net als Pannikar, beseffen: ‘En toch ben ik mij volop bewust van het feit dat ik nog ver van die volheid ben. Het is als een paradox: hoe dichter ik me bij dat ideaal voel, hoe verder ervan verwijderd ik mij zie’***.

Daarmee is het m.i. ook duidelijk dat onze gemeenschappelijke identiteit niet los staat van onze persoonlijke identiteit. Het ‘werken aan de toekomst is werken aan je identiteit van Christine Bruggemans is niet in de eerste plaats een opdracht van de toekomstgroep, stuurgroepen of het bestuur maar van ieder van ons als mensenzoon of -dochter. Dat is wat geroepenen nastreven te doen: worden wie ze ten diepste zijn, in navolging van Jezus de Christus. Ga er maar aanstaan.

Het eerste dat we ontdekken is dat we dat niet alleen kunnen. We hebben anderen nodig om te kunnen worden. Anderen zijn voor ons lichtdragers die hun licht op ons laten schijnen en daarmee zowel onze duisternis als ons licht naar voren brengen. Ze houden ons spiegels voor. Broeder/zusterschap ligt dan ook erg voor de hand. Dat heeft veel voordelen maar kent ook het grote nadeel van wat ik dan maar ‘institutionalisering’ noem. Vandaag de dag zijn we met zijn alle getuigen van een kerkelijk instituut dat ooit zoveel mensen samenbracht en nu ten onder gaat aan eeuwen van structuur, dogma’s, leerstellingen en aan voorgangers die zich vereenzelvigden met hun functie in dat instituut en die vergaten te ‘worden wie ze zijn’. Zo werden ze een radertje in een systeem dat anderen in hun wording kon belemmeren of zelfs beschadigen. In het grootse voor de Christus opgebouwde imperium wordt uiteindelijk het gouden kalf aanbeden.

Wat daar in het groot gebeurt, gebeurt overal in en om ons heen, in onze dierbare gemeenschap en diep in onszelf: we maken er systemen/instituten van. We vereenzelvigen ons met wat Pannikar in het citaat hierboven ‘kentrek of rol’ noemt en zijn erop uit dát systeem in plaats van onze goddelijkheid te behoeden en te bewaren. Het gebeurt altijd weer en overal en het is zó menselijk.

Dat was zijn kenosis (ontlediging)’ zegt Pannikar. In de weg die Jezus ging was ontlediging cruciaal en als wij dat ook doen zullen wij steeds meer onszelf worden en onszelf ontdekken als helemaal mens en steeds meer goddelijk. Deze weg willen wij gaan met onze leefregel: de mens worden die we, in een ten diepste door ons ervaren goddelijkheid, zijn. Daartoe krijgt de regel ‘word wie je bent’ richting in de vier volgende regels: Broederschap durf het aan… Ga je weg… Ontdek je verantwoordelijkheid… Waag het (Gods) verbond te maken… Zo worden we telkens opnieuw en steeds meer wie we zijn als we in broederschap je weg zijn, onze verantwoordelijkheid ontdekken en een nieuw verbond wagen te maken… om weer te worden…

‘Werken aan onze identiteit’ is dan niet anders dan waarachtig leven. Onze regel geeft voortdurend richting daarin. Ik sprak een zuster die hier was als gast en die me vertelde verbonden te zijn in een gemeenschap die de Annunciatie heet. Ze zei: ‘onze spiritualiteit is opgebouwd rondom de aankondiging’. Ik vond dat mooi geformuleerd en kan me daar veel bij voorstellen. Zo’n begrip als de Aankondiging (in Bijbelse context) kan, in een contemplatief leven, aldoor dieper ervaren en geleefd worden. Die diepgang is oneindig. De spiritualiteit van zo’n begrip waaiert uit over de christelijke spiritualiteit waarin je gemeenschap bent. Onze leefregel heeft diezelfde potentie. Ons verdiepen in die afzonderlijke regels en hun samenhang; ze eigen maken in denken en doen en ontdekken hoe we haar als mensen en als gemeenschap kunnen leven… dat is de weg…  Een hele weg te gaan; een weg die ons terug brengt bij het allereerste begin van onze gemeenschappelijke identiteit: ‘christen-zijn’****.

Mariek de Jong

*) Pannikar werd in 1918 geboren uit een Spaanse katholieke moeder en een Indiase hindoevader. Voordat hij doctor in de filosofie en in de theologie werd promoveerde hij tot doctor in de chemie om het bedrijf van zijn vader over te kunnen nemen. Het liep anders. Als priester van de ultrarechtse Opus Dei, raakte hij daar met iedereen en alles in conflict, reisde naar India en raakte in de ban van het boeddhisme en hindoeïsme maar vond uiteindelijk zijn heil in de oosters-katholieke Syro-Malabaarse kerk van India. Zijn zicht dat hij door Jezus op het Mysterie krijgt ontvouwt hij o.a. in het boek: De onbekende Christus in het Hindoeïsme. Hij overleed in 2010.
**) Marc van Tente: vensters op het  Mysterie, een pelgrimstocht met Raimon Pannikar blz. 87
***) Idem. Blz. 86
****) Met een verwijzing naar de derde alinea waarin gezegd wordt dat Christen zijn Jezus overstijgt in een ervaring die aan hem en zijn tijd en context voorbijgaat en verrwijst naar het Mysterie dat door anderen op andere plaatsen en tijden anders benoemd wordt.

Nieuwe getuige op getuigenkalender

Soms komt er een nieuwe getuige bij

Vanaf 1 juni  hebben we 2 getuigen op deze dag staan  in onze getuigenkalender: Thomas Berry die we dit jaar toevoegen en Nkosi Johnson die vanaf het begin al een plaats in onze getuigenkalender gekregen had.  

Thomas Berry

In ons zoeken naar een spirituele onderbouwing van de praktische vormen van duurzaamheid waarnaar wij streven, hebben we als gemeenschap in Thomas Berry een bijzondere leermeester gevonden,

Thomas Berry reikt ons een nieuw denkkader aan. Hij nodigt ons uit om niet te blijven hangen in het ons vertrouwde systeem. Dat is niet meer toereikend om met de mondiale problemen om te gaan. Durven wij te denken vanuit nieuwe uitgangspunten.

Onze wereld is een dorp geworden. Nog nooit konden volkeren en religies elkaar zo gemakkelijk ontmoeten als nu. Maar in plaats van dat we deze diversiteit in één groot gebaar omarmen, staan we elkaar vaak naar het leven. En nog nooit hebben de rijkdommen van de aarde zo voor het grijpen gelegen als nu, maar het leidt niet tot vrede. Integendeel. Er gaapt een kloof tussen rijk en arm.

Thomas Berry toont ons een weg om ondanks alle verschillen – juist met deze verschillen – te komen tot de opbouw van ons gezamenlijk huis. Een weg om niet mee te gaan met de mondiale onverschilligheid, maar om een visioen te volgen.

Thomas Berry 9 november 1914 – 1 juni 2009

Nkosi Johnson

My friend with AIDS is still my friend!

Xolani Nkosi Johnson werd geboren in Zuid-Afrika. Zijn moeder had aids en Nkosi werd HIV-positief geboren. Op een internationale conferentie over aids in Durban, heeft hij een indrukwekkend getuigenis gegeven: “Iemand met aids is een mens, een gewoon mens, kijk maar naar mij,” en bracht daarmee het probleem van aids op een onontkoombare manier onder de aandacht. Hij stierf op twaalfjarige leeftijd. Degenen die hem in zijn korte leven hebben gekend verklaren dat God een bedoeling met hem had.

Nkosi heeft de moed opgebracht zijn stem te verheffen en is opgekomen voor al die kinderen die er zo aan toe waren als hijzelf. Hem is de eretitel van “Strijder” te beurt gevallen, een onderscheiding die in Afrika alleen aan de aller-dappersten kan worden gegeven.

Nkosi Johnson 4 februari 1989- 1 juni 2001